| |
| |
| |
Verantwoording
Het overgrote deel van de in deze uitgave opgenomen poëzie is nooit eerder verschenen. Voorzover viel na te gaan geldt dit niet voor de volgende gedichten die verspreid werden gepubliceerd. De gedichten in het Sranantongo verschenen eerder zonder uitzondering in afwijkende spellingen (die in het navolgende buiten beschouwing blijven; bij de varianten wordt de oudste versie telkens het eerst vermeld). Dank gaat uit naar de heer Jan Bongers die de Sranan poëzie heeft uitgetikt.
| |
Dyeme fu Sranan/Zuchten om Suriname
werd afgedrukt op het bij Leo Victor te Paramaribo gedrukte, Programma voor een feestelijke ontvangst, woensdagavond 3 februari 1954, 8.30 uur, in de Buiten-Sociëteit ‘Het Park’ aangeboden door de Surinaamse delegatie der Kleine Commissie van de Conferentie Nederland-Suriname-Nederlandse Antillen (4 ongenummerde pagina's, 15,7 × 22,7 cm). Ten opzichte van die versie zijn er de volgende varianten:
r. 2: de moro mi ⇒ e moro mi.
r. 3: joe-sref' ⇒ Yusref'
r. 8: watra-sé ⇒ Watrasei
r. 11: son, ⇒ son
r. 14: skien. ⇒ skin,
r. 15: Foe ⇒ fu
r. 19: Foe ⇒ fu & psa, ⇒ psa
r. 20: go... ⇒ go.
r. 24: te neti kon... ⇒ te net' fadon...
r. 26: djaso, ⇒ dyaso
r. 27: wi de tan ⇒ wi sa tan
r. 29: sa kiri mi ⇒ e kiri mi,
r. 31: wi sa tan foe si ⇒ wi tan dya fu si
r. 32: san bakra doe? ⇒ san bakra du.
r. 40: Sranan ⇒ Sranan,
In de Nederlandse vertaling:
r. 7: Paramaribo; ⇒ Paramaribo,
r. 9: bananenboom ⇒ bananeboom
r. 10: ochtenduur... ⇒ ochtenduur,
r. 12: vuur... ⇒ vuur.
r. 14: bloesemhuid... ⇒ bloesemhuid;
| |
| |
r. 15: Te horen, hoe de gritjibi ⇒ te horen hoe de ‘grietjebuur’
r. 18: staan... ⇒ staan;
r. 19: Te zien hoe kotomisi's doen ⇒ zien wat kotomisi's doen
r. 38: d'ooievaar. ⇒ de ooievaar.
Exact dezelfde Sranan versie als die van het Programmablad werd opgenomen in J. Meijer & F. Ferrari, Suriname. Volk en geschiedenis. Cultuur-historisch leesboek voor het mulo en de lagere klassen van A.M.S. en kweekschool. C. Kersten en Co NV, Paramaribo 1955, p. 142 (met een tweede druk van hetzelfde jaar). De afsluiting van r. 28 met een komma in plaats van een punt is corrupt. In de Nederlandse vertaling staan drie varianten ten opzichte van de versie op het Programmablad:
r. 6: vlucht; ⇒ vlucht,
r. 7: Paramaribo; ⇒ Paramaribo
Tenslotte zijn de regels 10 en 11 abusievelijk omgewisseld.
In een Spaanse vertaling van Nicolás A. Pina Lampe, Suspirar por Surinama, werd dit gedicht als rijmprent (4 ongenummerde pagina's, 15,5 × 24 cm) aangeboden door Nicolás Lampe tijdens zijn bezoek aan Suriname, aan S.D. Emanuels, minister-president van 14 juli 1958 tot 31 mei 1963, aan Albert Helman en aan de Círculo Latino-Americano van Suriname. Deze rijmprent draagt geen datering, noch andere gegevens betreffende uitgever, drukker of plaats van uitgave.
Gedicht en vertaling volgens de versie in Meijer & Ferrari werden opgenomen in: Kennismaking met de Antilliaanse en de Surinaamse poëzie. Gekozen en ingeleid door J.Ph. de Palm en H. Pos. Sticusa, [Amsterdam] 1973, pp. 22-23. De abusievelijke omwisseling van de regels 10 en 11 werd ongedaan gemaakt.
Volgens deze versie bij De Palm & Pos werd de Nederlandse vertaling ook overgenomen op de Literaire Pagina van het dagblad De Ware Tijd van 17 augustus 1991.
Het gedicht werd integraal in het Sranan opgenomen, exact volgens de versie van het Programma uit 1954 in: Frank Martinus, Albert Helman; de eenzame jager. Cahier van het Instituut voor de Opleiding van Leraren 1, Paramaribo [1977], pp. 17-18.
| |
Fu mi gudu/Voor mijn lieveling
werd opgenomen in: Michel Szulc-Krzyzanowski (fotografie) & Michiel van Kempen (tekst), Woorden op de westenwind. Surinaamse schrijvers buiten hun land van her komst. In de Knipscheer, Amsterdam 1994, p. 32. Met de volgende varianten in het Sranan:
| |
| |
r. 1: kumbatitei ⇒ kumbat'tei
r. 7: Pe en pikin futu ⇒ Pe en moi futu
r. 8: mi sa go baka. ⇒ mi sa go waka.
r. 9/10: mofo, yu/di sab' ⇒ mofo,/yu di sab'
r. 13: miti ⇒ mit'
r. 17: bosi ⇒ bos'
r. 18: bribi. ⇒ bribi...
r. 21: kumbatitei ⇒ kumbat'tei
r. 22: wani ⇒ wan'
In de Nederlandse vertaling:
r. 5: gaat ⇒ liep
r. 14: meiske. ⇒ meiske!
r. 18: dan huil je even... ⇒ je huilt dan even...
| |
Lobisingi/Madrigaal
werd opgenomen in De creolentaal van Suriname. Spraakkunst. Door A. Donicie met medewerking van W. Campagne, Ph. van Daal, F. Lansdorf, R. Samson, R. Sloote. Radhakishun & Co NV, Paramaribo 1954, p. 138. Van dit boek verscheen in 1959 een herdruk. Ten opzichte van die versie zijn er hier de volgende varianten in het Sranan:
r. 16: go-wé... ⇒ gowe.
De laatste strofe is niet opgenomen in 1954.
In het Nederlands:
r. 5: leven; ⇒ leven,
r. 14: zijn... ⇒ zijn.
Ook hier is de laatste strofe niet opgenomen.
Voorts zijn in de onderhavige uitgave telkens de vier laatste versregels van elke strofe in de vroeger gepubliceerde versies, teruggebracht tot twee versregels.
Exact dezelfde versie (in twee talen) als in De creolentaal van Suriname is te vinden in: J. Meijer & F. Ferrari, Suriname. Volk en geschiedenis, p. 115.
De Nederlandse vertaling volgens de versie-1954 werd overgenomen op de Literaire Pagina van het dagblad De Ware Tijd van 18 juli 1992.
| |
Soleki masra Hooft/P.C. Hooft vertaald
geeft een geadapteerde versie in het Nederlands. Volgens de Erotische gedichten van P.Cz. Hooft. Ingeleid en toegelicht door C.C. van Slooten, 3de, herziene druk verzorgd door W.A. Ornée, NV W.J. Thieme
| |
| |
& Cie, Zutphen 1956 (Klassiek Letterkundig Pantheon 135-136), pp. 26-27, luiden de regels:
Galathea siet den dach comt aen.
Neen mijn lief wilt noch wat marren
Neen mijn lief wilt noch wat marren t is de maen.
Galathea t' is geen maneschijn.
Hoe t' is noch geen een geslagen
Hoe? t' is noch geen een, t' en can den dach niet sijn.
Waerom duirt de nacht tot t' avont niet?
Vreest se dat wij met ons beyen
Blijven souden tot dat ons de doot verriet?
Galathea hoe raeck ick van u hals?
Las den dach en wil niet lijen
Danck hebt van u sachte kuskens en van als.
| |
Kot'singi/Strijdgedicht
werd integraal, zij het zonder Nederlandse vertaling, opgenomen, in: Frank Martinus, Albert Helman; de eenzame jager, pp. 19-20. De hier opgenomen versie vertoont de volgende varianten:
r. 2: Ma ala toe ⇒ We, ala tu
r. 3: pikin foe wan ⇒ pikin f' wan
r. 4: Gran-Tatá ⇒ Grantata
r. 11: en Sranan na fu mi. ⇒ lek' Sranan na fu mi.
r. 14: ati; ⇒ ati,
r. 15: gangan; ⇒ gangan,
r. 20: dja toe, - ⇒ dya tu;
| |
| |
r. 21: Koeiman [corrupt = Koeliman]
r. 26: Fergit' ⇒ firgit'
r. 30: en ⇒ te & skin! ⇒ skin.
| |
Fu memre Sophie Redmond/In memoriam ‘dokteres’ Redmond
werd na het overlijden van Sophie Redmond op 18 september 1955 geschreven, en gepubliceerd in Het Nieuws; algemeen dagblad van 21 september 1955. Ten opzichte van die versie zijn er de volgende varianten. In het Sranan:
r. 3: ben-e opo joe doro ⇒ mek' yu opo yu doro
r. 12: joe, - adjosi, ⇒ yu. - Adyosi
In de Nederlandse vertaling:
r. 2: arme liên ⇒ armelui
r. 3: deed je deur al vroeg open, ⇒ deed je al 's ochtends vroeg beginnen,
r. 8: heelt ook zielepijn ⇒ heelt zielepijn
r. 12: gedenken, - adieu ⇒ gedenken. - Adieu
| |
Man, no wakti.../Wacht niet, kerel...
verscheen voor 't eerst in: Michel Szulc-Krzyzanowski (fotografie) & Michiel van Kempen (tekst), Woorden op de westenwind, p. 33. Varianten in het Sranan:
r. 2: ai: ⇒ ai;
r. 6: na ⇒ n' ini
r. 10: baka. ⇒ baka...
In het Nederlands:
r. 1: maar, ⇒ maar, -
r. 16: cassavegebak ⇒ maniokgebak
| |
Adyosi/Vaarwel
verscheen voor 't eerst in het tijdschrift Mutyama 4 (1993), nr. 5 (Lou Lichtveld - Albert Helman negentig jaar), p. 94. Ten opzichte van die versie zijn er de volgende varianten in het Sranan:
r. 11: gado ⇒ Gado
r. 13: kowru, ⇒ kowru;
r. 15: tori - ⇒ tori.
r. 18: ber'pe sey ⇒ berpe-sei
r. 20: dray - a lati ⇒ drai moro, a lati
In het Nederlands:
| |
| |
r. 4: verstrooid. ⇒ vergooid.
r. 8: te eten, en ik gaf ze ook slaag. ⇒ te eten en ik gaf ze ook weleens slaag...
r. 9: bij wijlen, ⇒ bijwijlen,
r. 10: te doen... ⇒ te doen.
r. 12: ook ⇒ toch
r. 15: praten, ⇒ praten -
r. 16: overmand. ⇒ overmand...
r. 18: ik ga, de weg ⇒ ik neem de weg
r. 20: Neen, 'k kom niet terug, - het is te laat. ⇒ Neen, ik terug? 't Is veel te laat.
| |
Koningspalmen
verscheen in de jaren '50 in het dagblad De West.
| |
Misi Grada
werd speciaal geschreven voor Christine Dhaens toen zij een gedicht over ‘De vroedvrouw’ nodig had voor haar bloemlezing Ik ben genoemd meisje en vrouw, 1980.
| |
Djoeka
verscheen in het tijdschrift Eldorado 1 (1949), nr. 8, met twee varianten ten opzichte van de hier opgenomen versie:
r. 5: ebbenhout ⇒ ebbehout
r. 15: groot, - ⇒ groot,
Het werd in de versie van Eldorado overgenomen in: J. Meijer & F. Ferrari, Suriname. Volk en geschiedenis, p. 92.
Het gedicht verscheen onder de titel ‘Bosneger’ in: Albert Helman, Uit en thuis. Over reizen en hun gevolgen. Aldus Uitgevers, Heusden [1984], p. 51, in een handelseditie, zowel als een bibliofiele uitgave in 100 exemplaren. Afgezien van de titelwijziging is er in de hier opgenomen versie slechts een variant:
r. 5: ebbenhout ⇒ ebbehout
| |
Oerwoudrand
werd onder de titel ‘Oerwoud’ opgenomen in: Albert Helman, Uit en thuis, p. 39. Afgezien van de titelwijziging zijn er in de hier opgenomen versie de volgende varianten:
r. 1: Het bos droomt ⇒ Bos dromend
| |
| |
r. 5: Onvermurwbare ⇒ Onvermurwbre
r. 8: bos ⇒ woud
r. 9: malaria-roes ⇒ malariaroes
r. 19: van de genezing: straks, de avondbries. ⇒ van de genezing straks. De avondbries.
| |
Op de Commewijnerivier
verscheen in: J. Meijer & F. Ferrari, Suriname. Volk en geschiedenis, p. 143 (met een tweede druk van hetzelfde jaar) als ‘Op de Commewijnerivier’. De hier opgenomen versie kent de volgende varianten:
r. 1: water ⇒ water,
r. 2: zee ⇒ zee,
r. 6: groen; ⇒ groen.
r. 7: juist ⇒ Juist
| |
Cotticatocht
verscheen in de jaren '50 in het dagblad De West.
| |
Bij een foto
is de tekst van een scène uit de vaudeville van Edwin Thomas en Albert Helman De negen muzen uit 1957. Helman tekent hierbij an: ‘Op het toneel alleen een oudere creoolse vrouw die met de foto van haar zoon in de hand goed hoorbaar voor zich uit mijmert.’
| |
Oud paleis (Paramaribo)
verscheen eerder in: Albert Helman, Uit en thuis, p. 27. Varianten: in de titel is ‘paleis’ met een hoofdletter geschreven
r. 5: opvoert ⇒ voert
r. 7: uitzwaaiden ⇒ uitzwaaien
de witregel na ‘daarbuiten, -’ is weggelaten.
| |
De lift
wordt door Helman van het volgende commentaar voorzien: ‘Ten tijde van het ongeluk met de hospitaallift was dr. G. Kletter minister van Volksgezondheid. Vandaar de “Kletterpijn” na “veel gekletter”.’
| |
Vaderland in de verte
verscheen eerder in: Albert Helman, Verzamelde gedichten. Orion/Colibrant/Desclée de Brouwer, Brugge 1979, De gulden veder, pp. 237- | |
| |
239. Ten opzichte van de daar opgenomen versie van de cyclus zijn er enkele varianten:
I, r. 21: druilt in de regen ⇒ druilt de regen,
II, r. 1: draagmier ⇒ werkmier
r. 6: alwat ⇒ al wat
r. 8: zon ⇒ zon,
III, r. 5: geboorteland ⇒ geboorteland,
Van het tweede vers van deze cyclus verscheen bij gelegenheid van de tachtigste verjaardag van de dichter (7 november 1983), op initiatief van Max Nord een rijmprent met het handschrift van het vers van Helman uit het archief van Sticusa (4 ongenummerde pagina's, 24,8 × 35,7 cm). Erwin de Vries maakte daarbij een tekening. Het motto ‘Sicut formica formosa’ is daarop bij wijze van titel boven het vers geplaatst. De rijmprent werd te Amsterdam gedrukt door Piet Clement in een oplage van 50 exemplaren. Onder de rijmprent staat als ontstaansdatum: X-75. Afgezien van de hierboven aangegeven drie varianten, geeft de rijmprent:
r. 3: (Bel-Exil) ⇒ (Bel-Exil), [op r. 4]
r. 4: Niets ⇒ - Niets [op r. 5]
r. 8: mensen. ⇒ mensen, [op r. 10]
r. 9: En ⇒ en [op r. 11]
r. 10: kippen. ⇒ kippen! [op r. 12]
Voorts is op de rijmprent het enjambement, met uitzondering van de laatste strofe, geheel afwijkend. Ik geef alleen de eindwoorden: ...loslaat/ ...ballingschap,/ ...vergeten/ ...was:/ ...tuinen,/ ...vogeltjes/ ...zacht.// ...mensen./ ...lacht,/ ...Slacht/ ...elkander/ ...tijd.// ...worden,/ ...verdorren/ ...bloemen.
Het derde vers van de cyclus werd onder de titel ‘Ahasverus’ voor het eerst gepubliceerd in Sticusa Journaal 6 (1976), nr. 4 (30 juni) met een sterk afwijkend (en vermoedelijk corrupt) enjambement, alsook afwijkende interpunctie. Ik geef alleen de eindwoorden: ...moest/ ...onsterfelijke/ ...naar/ ...werd.// ...geboorteland/ ...getracht/ ...gedachten/ ...leven/ ...voor het/ ...te/ ...eindeloze/ ...geen/ ...Staat./ ...Staat./ ...men,/ ...sterveling.// ...land/ ...ik/ ...heb,/ ...Ahasverus. Voorts zijn er de volgende varianten:
r. 4: plaats ⇒ plek [op r. 3]
r. 5: u niet ⇒ u ook niet
r. 6: ik ook verlangd heb ⇒ ik het verlangd heb
r. 8: teveel ⇒ teveel
| |
| |
r. 10: soldaten maar ⇒ soldaten; maar
r. 13: burger zijn, ⇒ burgers zijn, [op r. 12]
r. 16: plotseling: ⇒ plotseling [op r. 15]
r. 20: landeloos ⇒ rusteloos [op r. 18]
Het Sticusa Journaal vermeldt als tijd van ontstaan: december 1975.
De versie uit Sticusa Journaal is fotomechanisch gereproduceerd in: August O. Duttenhofer, ‘Jij bent een van ons’; literaire, historische en literair-historische verkenningen rondom de op Suriname gerichte romans van Albert Helman: een integrale benadering. Leuven 1993 (Diss.), p. 453.
De delen II en III van de cyclus werden afgedrukt in de Ñapa-bijlage van de Amigoe op 27 januari 1984.
| |
Kruising
is vertaald naar de Engelse versie zoals opgenomen in The poetry of the negro 1746-1949. An anthology edited by Langston Hughes and Arna Bontemps. Doubleday & Company Inc., Garden City, New York 1956, p. 103, onder de titel: Cross.
| |
Creools meisje
is vertaald naar de Engelse versie zoals opgenomen in The poetry of the negro 1746-1949, p. 172, onder de titel: Creole girl.
| |
Dienstmeisje
is vertaald naar de Engelse versie zoals opgenomen in The poetry of the negro 1746-1949, p. 385, onder de titel: The serving girl.
| |
Duisternis
is vertaald naar de Engelse versie zoals opgenomen in The poetry of the negro 1746-1949, p. 49, onder de titel: Tenebris.
| |
Twee bruine jongens in een kerk
is vertaald naar de Engelse versie zoals opgenomen in The poetry of the negro 1746-1949, p. 76-77, onder de titel: On seeing two brown boys in a catholic church.
| |
Ook ik zing Amerika
is vertaald naar de Engelse versie zoals opgenomen in The poetry of the negro 1746-1949, p. 97, onder de titel: I, too, sing America.
| |
| |
| |
Slavenveiling
is vertaald naar de Engelse versie zoals opgenomen in The poetry of the negro 1746-1949, p. 10-11, onder de titel: The Slave Auction.
| |
Wij zijn gelovers geweest
is vertaald naar de Engelse versie zoals opgenomen in The poetry of the negro 1746-1949, p. 180-181, onder de titel: We have been believers.
| |
Lied aan de Guyana's
is vertaald uit een door de dichteres aan Helman geschonken manuscript tijdens haar bezoek aan Suriname in de jaren vijftig.
| |
Guinee
is vertaald naar de Engelse versie zoals opgenomen in The poetry of the negro 1746-1949, p. 365-366, onder de titel: Guinea.
| |
Aanhef van Trefossa
werd door Helman vertaald kort na de verschijning van Trotji van Trefossa in 1957 bij de NV Noord-Hollandsche Uitgevers-maatschappij te Amsterdam, naar mededeling van de vertaler in de trein op weg naar Brussel waar Helman een lezing moest geven. Van de negentien gedichten bleef ‘Mi go - m' e kon’ onvertaald. De vertaling werd - in een vermoedelijk zeer kleine oplage - gestencild waarschijnlijk door de Sticusa te Amsterdam, en losbladig verspreid onder de koptitel: Aanhef door Trefossa (Henny de Ziel). Vertaling Albert Helman. De vertaling (10 ongenummerde pagina's, 21,5 × 34 cm) geeft in de marge bij de gedichten verwijzingen naar de pagina's van Trefossa's bundel.
Het gedicht Calvarië werd, bijna exact gelijk aan de hier afgedrukte versie, opgenomen in: Kennismaking met de Antilliaanse en de Surinaamse poëzie. Gekozen en ingeleid door J.Ph. de Palm en H. Pos. Sticusa, [Amsterdam] 1973, p. 24. Eén variant:
r. 9: hij ⇒ Hij
| |
Humor in excelsis
werd vertaald opgenomen in Albert Helmans artikel ‘Bij Trefossa's laatste (?) gedicht’ uit Sticusa Journaal 5 (1975), nr. 3 (15 mei), pp. 7-9. Het artikel, gedateerd 28 februari 1975, werd herdrukt in Ala poewema foe Trefossa. Samengesteld door Jan Voorhoeve. Bureau Volkslectuur, Paramaribo 1977, pp. 148-155. Het origineel in het Sranan is te vinden
| |
| |
op p. 81 uit de afdeling III Tra poewema, uit Ala poewema foe Trefossa.
In het handschrift dat ten grondslag lag aan de onderhavige uitgave, heeft Albert Helman in een aantal Sranan gedichten accenten geplaatst om het eindrijm duidelijker te doen uitkomen. Om redenen van spellingsuniformiteit zijn die accenten weggelaten in de gedrukte tekst. Het gaat om de volgende plaatsen:
p. 16, r. 38: sabakú
p. 36, r. 3: sabaná
p. 36, r. 4: pasá
p. 36, r. 11: abomá
p. 36, r. 12: kabá
p. 36, r. 16: panyá
p. 40, r. 5: pasá
p. 44, r. 5: piná
p. 48, r. 5: afó
p. 48, r. 6: sribá
p. 60, r. 3: mamá
p. 60, r. 4: Grantatá
p. 74, r. 7: pansmá
p. 74, r. 8: Koprokanú
p. 74, r. 10: pansmá
p. 78, r. 6: pasá
p. 78, r. 8: bakbá
p. 80, r. 11: bonyó
p. 80, r. 17: pasá
p. 88, r. 16: gongosá
p. 102, r. 10: buká
p. 102, r. 12: Dyuká
p. 104, r. 4: panyá
De lezer wordt er - misschien ten overvloede - op gewezen dat de derde afdeling van deze uitgave niet pretendeert een bundeling te geven van de verspreid verschenen poëzievertalingen van Albert Helman. Gedurende Helmans lange schrijversleven verschenen die in de Baanbreker, De Gemeenschap, De Gids, Den Gulden Winckel, Helikon, de Kroniek voor Kunst en Kultuur, Prisma, De Stem en Waagschaal. Het gaat daarbij in het merendeel van de gevallen om vertalingen uit het Spaans, van Miguel de Unanumo tot Pablo Neruda. In drie boekuitga- | |
| |
ven werden ze gebundeld: Mexico zingt; een bloemlezing uit de Mexicaanse poëzie sinds de 17de eeuw (1937), De put der zuchten; oude en nieuwe Spaanse dichtkunst (1941) en Mexico zingt; een bloemlezing uit de Mexicaanse lyriek sinds de 15de eeuw (1992).
M.v.K.
|
|