doen gelden, en, mochten sommigen dier stukjes zonder schade hebben kunnen achterblijven, ik meen daarvoor - zoo het geheel niet verwerpelijk wordt gekeurd - een toegevend oordeel te mogen vragen. Deze bundel is hierdoor een te getrouwer afdruksel van mijn uit- en inwendig leven geworden, en, zoo ik niet in alles de beweging mijns tijds heb kunnen volgen, voor het minst zal het uit deze zangen spreken, dat ik geheel in en met mijn tijd geleefd, gedacht, gevoeld en geleden heb.
Wat de uitingen mijns godsdienstigen gevoels en geloofs betreft, ik heb - gelijk ik de overtuiging van anderen eerbiedig - daarvoor geenerlei verschooning te vragen, en zoo ik deswege een hard woord of verwijt moest hooren, ik zou het afwijzen met een beroep op de toekomst te doen. Al mocht ook de uitkomst van den thans gevoerden strijd geheel anders zijn dan ik biddend blijf hopen en wenschen, dàn nog geloof ik, dat een volgend geslacht, met kalmer geest op onzen tijd terugstarende, beter dan menigeen, die nu eene tegenovergestelde overtuiging en richting is toegedaan, zal gevoelen, begrijpen en waardeeren, wat hierbij in mijn gemoed en in veler hart is omgegaan.
Tot bevordering van eene eenparigheid, welke ook in mijn oog hoogst wenschelijk blijft, heb ik - behoudens enkele kleine uitzonderingen, waarbij ik mij niet naar de voorgestelde veranderingen heb kunnen voegen - van nabij de nieuwe spelling gevolgd. Word ik bovendien hier of daar op meerdere afwijkingen betrapt - zij mogen als onwillekeurige reminiscensen van een vroegeren schrijftrant gelden.
Natuurlijk zou ik mij grootelijks verheugen, indien deze verzameling een even gunstig onthaal, als mijne twee vroeger uitgegeven bundels, bij mijne landgenooten mocht vinden, al is op den zestigjarigen leeftijd, dien ik thans heb mogen bereiken, veel van de eerzucht des jongelings vergaan, en al heeft men dan geheel anders leeren denken over zekere beroemdheid van naam, welke zoo dikwerf den zanger ternauwernood overleeft. Zoo men daarentegen mocht oordeelen, dat mijne laatste gedichten te veel bij die van vroegeren leeftijd achterstaan, of in dichttrant en vorm te zeer verouderd zijn om nog langer den smaak van het Nederlandsche publiek te kunnen streelen, of de eischen der hedendaagsche kunst te bevredigen - ik haast mij dan de geruststellende verzekering te doen, dat de eerstgegeven wenk voor mij voldoende zal zijn om mijn speeltuig voor goed en geheel te laten rusten, 'twelk ik - wellicht wat vermeten! - thans nog eens van de wilgen nam.