Dichtwerken. Deel 2(ca. 1880)–Bernard ter Haar– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 293] [p. 293] Toegift. Amsterdam. Bij het eerste bezoek aan de hoofdstad van HH. MM. den Koning en de Koningin der Nederlanden. 'k Zend u mijn heilgroet, o Stad mijner vaderen! Wie uwer zustren werd u nog gelijk? 't Levensbloed stroomt van uw hart uit in de aderen, 't Lichaam bezielend, o Hoofdstad van 't Rijk! Schittrend verreest ge uit een droomrig verleden; Komt u de Hofstad of Maasstad nabij - Grootvorstin blijft ge van Nederlands steden! Geen toont meer groeikracht en leven dan gij! Straten na straten ontloken als bloemen; Kerken, paleizen riept ge op uit den grond! Gij, de misdeelde in natuurschoon te noemen, Schiept u een lustpark met villa's in 't rond! Gordel na gordel sloegt ge uit om uw leden, Gij, die de Noordzee verbondt met het IJ! Grootvorstin blijft ge van Nederlands steden! Geen uwer zusteren streeft u voorbij! Gaat ge met bloemen thans 't voorhoofd omkransen? Tooit ge in het feestkleed u op als een bruid? Wappert de driekleur van torens en transen? Breiden de vlaggen tot wolken zich uit? 't Feestgewaad voegt u, naar 's Konings verlangen, De eerste der steden, die Zijn gemalin, Als Koninginne zult juichend ontvangen! Uwer is 't waardig - dit grootsche begin! Open eerwaardige Tempel uw deuren! Waar, voor Zijn troonstoel de Koning eens stond, [pagina 294] [p. 294] Toen Hij de hand naar den Hemel ging beuren, En zich op 't plechtigst aan Neêrland verbond - Dáár zij de plek van het heuglijkst ontmoeten! Ruische de Feestzang den zuilengang rond! Klinke, onder jublende huldigingsgroeten, 't Welkom voor 't Echtpaar op Nederlands grond! Stad aan den Amstel, schiet wijder uw stralen! Win nog in luister, in welvaart en bloei! Niets moog' de zon van uw voorspoed doen dalen! Niets ondermijne de kracht van uw groei! Niets moog' de heilige banden verbreken, Die tusschen U en Oranje bestaan! Als weêr de liefde voor 't Stamhuis moet spreken, Treed dan aan 't hoofd uwer zustren vooraan! Vorige Volgende