Lief en leed uit ons reisjournaal.
De Gorge du Trient, even achter St.-Maurice, bij de intrede of aan het uiteinde van Walliserland gelegen, werd ons door onzen gids als een pas ontdekt punt opgegeven, en behoort tot de stoutste maar te gelijk huiveringwekkendste natuurtooneelen, die ik ergens heb aangestaard.
Alzoo is het hotel genoemd in het dorpje Glion, boven Montreux, op een voorgebergte der Alpen, waar wij in den zomer van 1860 ettelijke weken doorbrachten.
Pass Klamm! mag voor ons oog ook op uw rotswand staan!
Het vreeslijk onheil, dat ons, bij het bestijgen van dezen steilen bergpas, door het schichtig worden en terugdringen van het voorspan bedreigde was vermoedelijk een der oorzaken, welke mijne gade te Wildbad-Gasteyn in eene gevaarlijke krankte deden storten.
‘Niet mij, een ander wel, werd dáár een gade ontnomen.’
Vrienden van den voor velen onvergetelijken predikant Huydecoper hebben, dit lezende, vanzelf aan den dood van diens gade gedacht, welke in hetzelfde hotel, waar wij vertoefd hebben, aan den waardigen man, weinige maanden vóór zijn eigen overlijden, is ontvallen en op den doodenakker aldaar begraven ligt.