6389. 1643 augustus 29. Aan W. de Groot.Ga naar voetnoot1
Mi frater,
Libellum PartheniiGa naar voetnoot2 dignum existimo et lectu et consideratu. Nam in quibus dogmatis ac ritibus Graeca ecclesia et Latina conveniunt, ea aut ab apostolis sunt, aut a com[i]tiis universalibus. Tota illa de Cyrillo historia aliquando erumpet.Ga naar voetnoot3 Qui de precum scripsit reformatione est canonicus ecclesiae hic cathedralis, vir doctus et prudens, et multos hic habet approbatores.Ga naar voetnoot4 Vides talibus non placere ea qua[e] catholicis obiicit Laurentiades.Ga naar voetnoot5 Divortium coeleste legi,Ga naar voetnoot6 in quo multa sunt ex vero.
Filius noster maximus natu, barone Degenfeldio excitante, it militatum Venetis;Ga naar voetnoot7 ego tantum prohibere nolui. Liber ille contra Venetos ignotus mihi est.Ga naar voetnoot8 Poirerium illumGa naar voetnoot9 puto esse impostorem, quod et de ComtaeoGa naar voetnoot10 suspicari me scripsi antehac. Nihil ego tribui
| |
pontifici quod non tribuerit ei Melanchton et usus saeculorum trium optimorum. Multo plus ei dat synodus SardicensisGa naar voetnoot11 et lex Valentiniani,Ga naar voetnoot12 quae in Gallia ab eo tempore in Lunae diemGa naar voetnoot13 observantur. Litem filiae rogo urgeasGa naar voetnoot14 et editiones nostras.Ga naar voetnoot15 Sorgii viduaeGa naar voetnoot16 liberisqueGa naar voetnoot17 omnia
precor optima.
Ad pacem, lentis quanquam gressibus,Ga naar voetnoot18 ituros puto et Suedos nostros et Gallos. His non displicebit Batavos manere in bello. Angliae regi multum hic favetur. In Theodonisvilla non tantum urbis, sed et multi commeatus et paratus bellici lucrum Galli fecere. Velim videre formulam iurisiurandi, super qua‹e› apud vos disputatur.Ga naar voetnoot19 De LosecatioGa naar voetnoot20 scire velim cuius sit aetatis, cuius vitae, quorum studiorum. Hoc tempore adhuc plenam habeo domum.
Vale cum tua ac tuis,
tibi obligatissimus frater,
H. Grotius.
| |
29 Augusti 1643.
Mitto tibi ipsa verba epistolae quam Mokelius Benfeldiae residens ad me Benfeldio scripsit,Ga naar voetnoot21 ut videas frustra nos eo remitti ab iisGa naar voetnoot22 qui aliter nobiscum agere et potuerant et, ni fallor, debuerant.
|
-
voetnoot1
- Gedrukt Epist., p. 957 App. no. 668. Antw. op no. 6370, beantw. d. no. 6410.
-
voetnoot2
- De onlangs door de Parijse drukker Sébastien Cramoisy uitgebrachte editie van Parthenii, patriarchae Constantinopolitani decretum synodale super calvinianis dogmatibus, quae in epistola Cyrilli nomine ante annos aliquot edita, falso Graecorum et Orientalium consensu recepta ferebatur ... Nunc primum ex Oriente allatum una cum Arsenii Hieromachi epistola Venetias missa, quae praefationis loco praefixa est.
-
voetnoot3
- De reformatorische patriarch Cyrillus Lucaris van Constantinopel had de bescherming genoten van de Staatse orator mr. Cornelis Haga. Kritiek op deze relatie werd in streng calvinistische kring opgevat als een daad van katholieke kwaadsprekerij (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 60-61).
-
voetnoot4
- De Parijse kanunnik Claude Joly was de auteur van de Consultatio de reformandis horis canonicis ac rite constituendis ecclesiasticorum muneribus (Parijs 1643).
-
voetnoot5
- Jacob Laurentius in diens ‘den heer Hugo de Groot’ toegeëigende Idolum Romanum. Paepschen af-god, dat is, wederlegginge van de verdedinge des paepschen psalters van Bonaventura, nu onlanghs uyt-gegeven onder de naem van eenen Fabricius van Eyndhoven, Amsterdam 1643 (BG no. 297 en BsG no. 323).
-
voetnoot6
- Het hekelschrift Il divortio celeste cagionato
dalle dissolutezze della sposa Romana van de Venetiaan Ferrante Pallavicino; zie nos. 6294 en 6361.
-
voetnoot7
- Cornelis de Groot had van zijn vroegere commandant vrijheer Christoph Martin van Degenfeld het aanbod gekregen om met een vendel Zwitserse huursoldaten in Venetiaanse legerdienst te treden.
-
voetnoot8
- Grotius had wel degelijk kennis genomen van het tegen Venetië gerichte werk van de pauselijke bibliothecaris-archivaris Felice Contelori; zie no. 2500 (dl. VII).
-
voetnoot9
- De door Willem de Groot gesignaleerde Fransman Hélie Poirier.
-
voetnoot10
- Robert le Comte was de Normandische edelman die het afgelopen najaar een ‘memorandum’ ten gunste van het werk van de verzoeningsgezinde theologen Grotius en Théophile Brachet de La Milletière had geschreven. Recentelijk had deze wat mysterieuze bewonderaar weer toenadering gezocht; vgl. no. 6262.
-
voetnoot11
- Het concilie van Serdica of Sardica van 343-344; zie Denzinger, Enchiridion symbolorum, Barcelona, etc. 196533, p. 55-57: ‘De primatu Romani Pontificis’.
-
voetnoot12
- Het edict van de keizers Theodosius en Valentinianus uit het jaar 445 (Quellen zur Geschichte des Papsttums I, Tübingen 19676, p. 212-213: ‘...Cum igitur sedis apostolicae primatum sancti Petri meritum, qui princeps est episcopalis coronae, et Romanae dignitas civitatis sacrae etiam synodi firmarit auctoritas, ne quid praeter auctoritatem sedis istius illicita praesumptio attentare nitatur: tunc enim demum ecclesiarum pax ubique servabitur, si rectorem suum agnoscat universitas’); zie ook Legum novellarum divi Theodosii I, tit. XIV, in Codicis Theodosiani libri XVI, Genève 1586, p. 540.
-
voetnoot14
- Het proces dat Cornelia de Groot tegen andere rechthebbenden op de nalatenschap van Oldenbarnevelts kleinzoon Jacob van Oldenbarnevelt († 1639) voor het Hof van Holland had aangespannen.
-
voetnoot15
- De uitgave van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534) en poemata.
-
voetnoot16
- Willem de Groot had Sara van der Wiel, weduwe van Grotius' Hamburgse gastheer Leonard van Sorgen, op een maaltijd getracteerd.
-
voetnoot18
- Deze berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 29 augustus.
-
voetnoot19
- De Hollandse gedeputeerden ter generaliteit hadden op 5 augustus de eed op hun nieuwe instructie afgelegd. Deze gang van zaken werd betreurd door het lid van de Hollandse ridderschap Johan van Mathenes.
-
voetnoot20
- Het aangekondigde bezoek van neef Diderik van Losecaat.
-
voetnoot21
- De bijlage ontbreekt. Het schrijven van Friedrich Richard Mockhel, de Benfeldse beheerder van een deel van de nalatenschap van Bernhard, hertog van Saksen-Weimar († 18 juli 1639), had betrekking op Grotius' pogingen om, hetzij in de Republiek, hetzij in Benfeld, beslag te leggen op het geld dat de Saksisch-Weimarse veldheer op zijn sterfbed aan de jonge legerofficier Dirk de Groot had toegedacht.
-
voetnoot22
- Het verwijt betrof vooral Joachim de Wicquefort en diens assistent Michael John (nos. 6222, 6235 en 6393).
|