Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 14
(1993)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd6313. 1643 juli 11. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Men zent gelt ende volck nae den hertogh van Anguien,Ga naar voetnoot2 bij denwelcke den hertogh | |
van AngoulesmeGa naar voetnoot3 zich heeft gevoucht. Men begint te wercken aen d'approches. Beck treckt oock meer volcx tot zich om 't ontzet te onderstaen. Ick meen aen deze zijde niet en zal werden verzuimt. Guebrian verwacht eenigh volck om te vervullen hetgunt hem ontbreeckt bij 't vertreck van de Hessenschen.Ga naar voetnoot4 Men zeit zijn leger is gezien tusschen Hohentwiel ende Zel ende bij Clein-Basel,Ga naar voetnoot5 't Beyersche volck bij Billingue,Ga naar voetnoot6 de Hessenschen bij den Mein ende Neckar. La Motte-Odincourt heeft nu onlancx ontfangen twee millioenen ende een halfGa naar voetnoot7 ende vierentwintich schepen boven de negen galeien die tevoren in die zee waeren.Ga naar voetnoot8 Ende men verzeeckert mij dat den Spaignaerd daer geen leger en heeft om te wederstaen. Prince ThomasGa naar voetnoot9 heeft mede gelt ontfangen ende men hoopt hij eenige plaetze in 't Milanees zal aentasten. Italië beeft, omdat den Grooten Heer in de zee daerontrent heeft zestich galeien, twaelff galeassen. De ambassadeurs van Venetië ende anderen, vrunden van den hertogh van Parma, zijn vertrocken van Rome zonder van den paus afscheit te nemen.Ga naar voetnoot10 De partij van die ligue heeft wel eenige schade geleden van het volck van den paus,Ga naar voetnoot11 maer den paus zal het quaelijck tegen zooveel potentaten connen opzeilen, niet zijnde gesteunt noch van Vrancrijck nochte van Spaignie. Hertogh Carel, hoewel hier doende arbeiden tot accord, blijft generael over de Beyersche ende bijgevouchde trouppes.Ga naar voetnoot12 Den keizer wil dat de vergadering die tot Francfort is, blijve daer ofte niet verre vandaerGa naar voetnoot13 om van de cont[r]ibutiën te handelen, stellende het stuck van justitie uit tot nae de vrede. De princen verstaen dat zoo men de heele ‹de› vergadering niet en wil transporteren nae Munster ende Osnabrug, dat tenminste eenige bij de vergadering gedeputeert daer behooren te gaen om aen de vergadering rapport te doen van hetgunt daer passeert. Den hertogh van Beieren persisteert daerbij dat de Paltzische zaeck als eens bij vonnis zijnde afgedaen op de vredehandeling niet en behoort | |
gebracht te werden, maer zoo die van dat huis iet te zeggen hebben, dat zij zulcx moeten doen te Wenen. Anderen zijn van andere opinie.Ga naar voetnoot14 Den hoochgemelte hertogh van Beyeren weckt weder op de voorslagh van de vereeniging van het Beiersche, Franckensche ende Swabensche creitz tot gemeene defensie,Ga naar voetnoot15 waertoe noodigh zouden zijn vijfendetwintichduizent mannen. Ende alzoo eenige niet wel middel en hebben om 't gelt daertoe noodigh te furneren, presenteert hetzelve te leenen op pandt van steden. De Mentzische dienaers hebben de Bergestraz verlaten door vreze van den marescal de Guebrian.Ga naar voetnoot16 Den landgraef van Darmstad heeft zijne juweelen verzet bij de joden.Ga naar voetnoot17 Men hoopt hier van de financiers ende partizanen te trecken negen millioenen bij naem van leening om weder te geven in 't jaer 1645 met den interest tegen tien ten hondert. Den hertogh van Nemours huwelijck[t] met de dochter van den hertogh van Vendosme.Ga naar voetnoot18 Hautefort, die zeer wel is bij [de] coninginne, heeft veel verzoucx.Ga naar voetnoot19 't Edict voor die van de religie is geverificeertGa naar voetnoot20 ende monsieur Saint-Mars, van dezelve religie zijnde, bij de coninginne herstelt in den raed van state, waeruit hij was geremoveert bij den overleden coning ter oorzaecke alleen van zijne gezintheit.Ga naar voetnoot21 Wij hooren dat in Schotlant eenige zijn gevangengestelt die daer gegaen waeren om des conings zaecken te vorderenGa naar voetnoot22 ende dat die van Schotlant willen comen met twintichduizent man om de paix te maecken nae haere zin.Ga naar voetnoot23 Hier is affectie genoech voor den | |
coning ende coninginne van Engelant zoo men haer can aftrecken van den Spaensche raedt. Men maect hier een scherp edict tegen de duellen.Ga naar voetnoot24 Monsieur de Coigneux, voordezen geweest zijnde cancellier van den hertogh van Orleans,Ga naar voetnoot25 wil om geen gelt, dat hem groot werdt gepresenteert bij monsieur de Chavigny, daervan afstandt ‹te› doen. De hertoginne van Anguien zal haest in de craem leggen.Ga naar voetnoot26 Die van Longueville is zwaerGa naar voetnoot27 ende die van Orleans hoopt het te wezen.Ga naar voetnoot28 Den hertogh van Guise is hierGa naar voetnoot29 ende hoopt zijne beneficiën te resigneren. 11 Iulii 1643.
Gressi is vanhier gegaen nae den coning van Engelant met goede opening.Ga naar voetnoot30 Men zegt ons dat in Schotlant gevangen zijn die daer gecomen waeren om den coning van Engelant dienst te doen ende dat die van Schotlant dreigen met twintichduizent man te comen in Engelant om te zien wie gelijck heeft; dat de hooge camer van het parlement voorslagen gedaen heeft tot accommodatie, waerop de lage camer uitstel begeert.Ga naar voetnoot31 Den paus, zoo wij verstaen, heeft dertichduizent man, doch schijnt tecort te zullen comen tegen die van Venetië, die de zeecust van des paus' gebiet meenen aen te tasten, de hertogen van Parma ende Mutina het Boulonnois ende Ferrarois, alwaer zij belegert hebben Cento, ende den hertogh van Toscane Castiglione del Lago. Daerentegen hebben het volck van den paus genomen ende geplondert in het Modenois Santo Cesareo, Spilimberto, Castelnovo.Ga naar voetnoot32 | |
Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raed in den Hoogen Raede in Hollant, in Den Hage. Port. In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 11 July 1643 uyt Paris. |
|