Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13

5621. 1642 februari 27. Van C. Marin.¹

Monsieur,

Me trouvant grandement affligé à cause de la maladie de ma femme et d'un de mes enfans, celle-cy ne sera que pour vous reccommander tant mes affaires particulieres que cy-joint paquet,

1 Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 9, 257. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 5599.

[p. 113]

et suppleeray au reste par le prochain.² Monsieur Pepliz³ me mande que l'empereur songe plus à la guerre qu'à la paix et ne veut pas ratifier encor le traitté de Goslar⁴ ny ce qu'on a conclu à Hamburg sur les passeports,⁵ comme s'il avoit la victoire entre ses mains. C'est un endurcissement de Pharao, qui le pourra ruiner de fond en comble.

Une des sultanes du Gran Seigneur s'est accouchée d'un fils qui sera heritier de l'empire, et il y a encor deux autres grosses.⁶ C'est une nouvelle qui ne plait guerre aux Venetiens, qui ont tenu ce prince-là pour impotant.

Ceux de Suiz, Ury, Zug et Undervalden ayans receu une pension de l'ambassadeur de France font marcher 4 compagnies d'infanterie en France, et Glarone deux. Les autres suivront au mois de Mars, horsmis Lucern, Friburg et Abbazel, qui n'y veulent pas entendre.⁷

Les armées en Allemagne sont proches l'une de l'autre.⁸ Dieu veuille que les nostres soyent vainqueurs et moy resjouy bientost de l'argent que j'attend[s] de Hamburg,⁹ estant icy comme un pauvre Job. Dieu veuille que je le sois aussy en la conversion de sa mauvaise fortune en meilleure et que je puisse estre utilement, monsieur,

vostre tres obligé serviteur,
C. Marin m.p.

2 Brief no. 5632, dd. 6 maart 1642.

3 Kolonel Georg Johann Peplitz was betrokken bij de onderhandelingen die in Wenen werden gevoerd over de restitutie van de Palts.

4 Te Goslar hadden de hertogen van Braunschweig-Lüneburg op 16 januari een preliminair verdrag met de keizer gesloten.

5 Het verdrag van Hamburg, dd. 25 december 1641, hield afspraken in aangaande de afgifte van keizerlijke vrijgeleidebrieven aan de afgevaardigden ter vredesconferentie.

6 Op 2 januari kregen sultan Ibrahim en Hadice Turhan een zoon, de latere Mehmed IV. Drie maanden later werd prins Süleyman geboren. Een derde zoon was op komst; zie no. 5641.

7 De lichting van 6000 Zwitserse soldaten ten behoeve van het Franse leger (vgl. no. 5533) was voorspoedig verlopen. Op 5 februari 1642 kon de Franse ambassadeur in Zwitserland, Jacques Le Fèvre de Caumartin, rapporteren dat het beoogde aantal aanmeldingen al voorbij was gestreefd. In totaal leverden de kantons drie regimenten (Rott, Hist. représ. dipl. V, p. 444).

8 Het leger van de keizerlijke veldheer Ottavio Piccolomini had reeds de Elbe bij Tangermünde bereikt; enkele dagmarsen westelijker bevond zich het leger van Lennart Torstensson.

9 Het honorarium dat Johan Adler Salvius nog aan Marin verschuldigd was.

De Zurig, ce 17 de Fevrier l'an 1642.

Le baron Ochsenstirn¹⁰ m'escrit que je luy envoye mon chyfre. Vous m'obligeray, si vous luy en feray part de celuy que je vous ay mandé. Car au plustost je vous rendray une autre copie que je feray copier du mien.

10 Johan Oxenstierna, de Zweedse gevolmachtigde ter vredesconferentie, was op dat moment te bereiken in Stralsund. Naar hem begon Marin in december een wekelijkse nieuwsbrief (met bijlagen waarin tijdingen uit Italië en Wenen) te schrijven (Stockholm, RA, E 969).

Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 15¹¹ Martii 1642.

En in dorso: 17 Febr. 1642 Marin.

11 Door Grotius gecorrigeerd uit: 22.