Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13

[p. 112]

5620. 1642 februari 25. Van W. de Groot.¹

Frater optime,

Ne iuvenis hic, filius Johannis Salengriani, qui cum parente nostro per multos annos res Hohenloicas curavit, vacuus ad te veniret,² decrevi hac occasione ad te mittere libellum a variis contextum et ab Hugeeino editum de Organis, quos inter et ego dixi quae placitura tibi spero.³ Addidi et tragoediam vernaculo sermone scriptam ab homine quodam Amstelodamensi, qui vitriariam exercet,⁴ indoctus ipse et vernaculi tantum sermonis callens et tamen non parvos in dispositione tragoediae, verborum et sententiarum gravitate, troporum et schematum diversitate fecit profectus, ita ut non infimos in isto scribendi genere merito post se reliquisse iudicetur. Sed tu id optime videbis, cui et Graecae et Latinae tragoediae natura optime est perspecta; quare iudicium de tota hac re tuum avide expectabo.

Vale, frater optime, cum uxore et liberis,

tibi obsequentissimus frater,
Guilielmus Grotius.

1 Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 232. Eigenh. oorspr. Beantw. d. no. 5675.

2 Jean de Sallengre († 27 maart 1646) was, tezamen met Jan de Groot en Willem de Lange, raad geweest van de graven van Hohenlohe (vgl. no. 4647 n. 5 (dl. XI)). Zijn zoon Pieter werd op 24 april 1637 ingeschreven aan de universiteit van Leiden als ‘Petrus de Sallengre Delfensis’ (Album studiosorum Acad. Lugd. Bat. I, kol. 285). Een disputatie, die hij onder Jacobus Maestertius had verdedigd in de juridische faculteit, verscheen in 1641 met een opdracht aan de graven Georg Friedrich von Hohenlohe-Weikersheim, Joachim Albrecht en Heinrich Friedrich von Hohenlohe-Langenburg. Niet lang daarna mocht hij zijn vader opvolgen als raad van de graven van Hohenlohe. In 1648 trad mr. Pieter de Sallengre (Salengere) in het huwelijk met Anna de Ruyt (Hohenlohe-Zentralarchiv, Archiv Langenburg: niederländische Akten, getypt 1982).

3 De reacties op Constantijn Huygens' brochure Gebruyck of ongebruyck van 't orgel in de kercken der Vereenighde Nederlanden (Leiden (Elzevier) 1641) waren gebundeld in een werkje Responsa prudentum ad autorem dissertationis de organo, dat in november 1641 bij Abraham en Bonaventura Elzevier in Leiden was verschenen. Grotius wist inmiddels al dat zijn broer een der ‘wijzen’ was die een antwoord op de brochure hadden ingestuurd (vgl. nos. 5078 en 5097 (dl. XII)).

4 De Amsterdamse glazenmaker Jan Vos (ca. 1617-1667), wiens treurspel Aran en Titus, of wraak en weerwraak op 30 september 1641 voor het eerst werd opgevoerd (NNBW III, kol. 1347-1349).

Hagae, XXV Februarii 1642.

Adres: A monsieur/monsieur de Groot, ambassadeur de Suede, à Paris.

Bovenaan de brief schreef Grotius: [Rec] 8 April 1642.

En in dorso: 25 Febr. 1642 W. de Groot.