Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5467. 1641 november 16. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Den coningGa naar voetnoot2 is van intentie weder te trecken nae de frontieren van Nederlant om te zien, wat te doen is voor Aire, alwaer het Spaensche crijgsvolck zeer verloopt, eenigen oock, zoo men zegt, zich stellen tot het meuten bij gebreck van betaelinge. De desordre zal grooter werden door de doot van den cardinael-infant, toegecomen over acht dagen, ende zal Vrancrijck zoowel als de Vereenigde Nederlanden te letten hebben, hoe zij eene zoo schoone occasie best zullen gebruicken. S.t PreuilGa naar voetnoot3 heeft zijn hooft verloren t'Amiens op 't casteel, niet zozeer om die zaeck van Bapalme ende eenige andere fauten als om zijn hoogspreecken tegen de machtigen. Tegen den eertsbisschop van BourdeauxGa naar voetnoot4 werdt noch informatie genomen. Hertogh CarelGa naar voetnoot5 zijn volck ende eenige van 't garnisoen van Thionville bij zich hebbende heeft een sluis van een zeer groot staende waterGa naar voetnoot6 geopent ende daerdoor niet alleen de grachten van Dieuse, waerinne den grave van GranzeiGa naar voetnoot7 was werckende, maer oock al het lant rond zoozeer onder water gestelt, dat den gezegde grave van Granzei in haeste zijn canon ende zijn volck heeft moeten vandaer trecken 's nachts tuschen den 26 ende 27 Octobris, waernae hertogh Carel stercker geworden zijnde uit Longui het landt tot bij Metz zeer heeft beschaedight, den grave van Gransei om zich daertegen te connen stellen verwachtende vier regimenten. Men meent den gezegden hertogh wel zoude mogen gaen nae den Rijn toe om aldaer niet alleen 't belegh van Hohentwiel te stijven, maer oock iet anders voor te nemen. D'heer ErlachGa naar voetnoot8 heeft tot noch [toe] niet meer als vierduizent man ende ick en can niet mercken dat hij haest stercker zal zijn. De Catelans vertoonen groote noodt om geholpen te werden, 'twelck voor de voorzomer niet wel en can geschieden. Ondertuschen blijven de Fransoisen haere posten behouden tuschen Valles ende Elne.Ga naar voetnoot9 Den paus niettegenstaende den arbeid van verscheide coningen ende prince[n] tot de paix | |
blijft in oorlogh met den hertogh van ParmeGa naar voetnoot10 ende heeft de stad Castro becomen door des gouverneursGa naar voetnoot11 giericheit zeggen eenigen, die daerbij vougen dat hij negenduizent pistolen heeft genoten, andere zeggen door schrick voor de excommunicatie, waernae een Fransois - zegt alhier den coning - niet veel en zoude hebben gevraecht. Men is hier in verlangen om te weten, hoe afloopen zal de conferentie te Goslar,Ga naar voetnoot12 de Engelssche ende Deensche negotiatie te Wenen,Ga naar voetnoot13 de wapening van Denemarcken ende de nieuwe onlusten in Schotlant, waervan de wederslagh oock gevreest werdt in Engellant. 't Garnisoen van Hohentwiel is van vijfhondert man. Eenige buitenwercken zijn bij de vijant becomen. De paus heeft becomen alle de plaetzen in 't hertogdom van Castro, als zijn Montalto, Canino, Caprarole, Roncilione, Pont del Piano. In 't rijck van Naples werden nieuwe galeien ende veel canons gemaect, ende de garnisoenen van de frontieren zeer gesterckt. 16 November 1641. | |
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 16 Nov. 1641 uyt Paris. |
|