Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5451. 1641 november 1. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, T'Aire is noch eeten tot Kersmis. Wij en hooren noch van geen assauts nochte oock van preparativen tot ontzet. Want 's conincx leger onder den grave de GuicheGa naar voetnoot2 is in het Boulonnois ende heeft aldaer een aenslagh zonder succes gehadt op St. Omer. Den coning is te Chantilly, den cardinael te Ruelle, den grave van GranseiGa naar voetnoot3 met zijne trouppes bij Joinvelle, Gil de Haes met SparreGa naar voetnoot4 voor Hohentwiel met zesduizent man, hebbende oock eenige entreprinse op de Waldsteden, om dewelcke te beletten d'heer ErlachGa naar voetnoot5 bij Lauffenburg eenigh volck vergadert. De stadt Constance werdt zeer gesterckt, 'twelck Zurich garen zoude beletten, zoo zij hulp conde vinden onder de Switschers. Dan niet alleen de pausgezinden, maer oock de protestantsche cantons willen haer daermede niet moeien. De Fransoisen hebben groote hoop om RavelGa naar voetnoot6 te bekomen in Italië ende men licht hier achtduizent man te voet, achthondert te paerd om die bij de eerste gelegentheit te doen gaen tot onderstutting van de zaecken van Catelagne. Ondertusschen den coning van Spaegnië, die naerder is bij die quartieren ende minder zee heeft te passeren, heeft een vloot gereedt om volck, vivres ende crijgsgereedschap te brengen in Salze, Perpignan ende Tarragone. Van de revolte van Andalousië is niet; ter contrarie zijn die van Andalousië dagelijcx in gevecht tegens de Portugezen. Den paus belegert alsnoch Castro. De princen van Italië arbeiden tot vrede. Hier werdt van een algemeene vrede ofte bestant veel gesproocken. Den coning niettegenstaende de groote lasten van het oorlogh ende secoursen aen zijne geallieerde doet gestaedigh vierhondert man arbeiden tot volmaecking van de Louvre in 't vierkant, veertich man in de druckerie die is in dezelve Louvre, ende doet mede in de Louvre een groote galerie lambrisseren ende schilderen, waertoe gedestineert zijn twee millioenen.Ga naar voetnoot7 Wij verstaen dat de Fransoisen boven Ravel oock Demont in Piedmont belegeren, zijnde een plaetse gelegen in de Val de Stura; dat zij in 't graefschap van Bourgogne becomen hebben een clein stedeke genaemt Quinzai ende gaen belegeren Dieuse, waertoe haer eenich renfort werdt gezonden. 't Keisersche leger voor Hohentwiel werd stercker ende stercker uit Oostenrijck, Beieren ende Tirol ende heeft veel geschuts. Die van Catelagne in 't gemeen hebben haere gedeputeerden in 't hoff van Spaignië.Ga naar voetnoot8 Den | |
marescal d'EstréeGa naar voetnoot9 die ambassadeur is geweest voor Vrancrijck te Rome, heeft dienst aengenomen bij den hertogh van ParmaGa naar voetnoot10 uit haet van den paus. De vloot van Portugael ende haere vrunden heef[t] tevergeefsch getracht de Spaensche vloot die bij Calis Malis was, te beschadigen. Wij verstaen dat uit Spaignië veel zilvers is gecomen in Engelant; dat het Schotsche parlement commissarissen heeft gelaeten om de resolutiën uit te voeren ende dat den coning van Groot-Bretaigne d'heer LesleGa naar voetnoot11 uit Schotlant garen met zich zoude nemen nae Engelant om zijnen goeden raedt te gebruicken. De Grisons die in het Milanees dienen, hebben een deel van hare betaelinge ontfangen. Men zegt hier dat den cardinael-infant te Bruissel weder is ingevallen.Ga naar voetnoot12 | |
In margine schreef Grotius: 1 Nov. 1641. In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den I Nov. 1641 uyt Paris. |
|