Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5431. 1641 oktober 21. Van P. Spiring Silvercrona.Ga naar voetnoot1Mijnheere, Sijne Hoocheit den prince van Orangië is men eerstdaegs verwachtende. Het volck ligt nogh te Bergen op Zoom en daerontrent ten deele in de schepen. Den ambassadeur van Vranckrijck,Ga naar voetnoot2 die sterck blijft aenhouden om d'armee nogh wat in 't velt te houden, sal men quaelijck langer contentement connen geven, alsoo door het quaet weder in het leger veele siecken sijn soo onder de officieren als de gemeene soldaten, waerdoor men genootsaeckt is de compagniën in garnisoen te brengen. Tot Regensburg is den 5e deses in presentie der keyserlijcke commissarisen ende der stenden gedeputeerden des rijcks afscheid gelesen ende geconfirmeert worden. Den 10 dito soude de publicatie geschieden, den keyser blijvende geresolveert den 13e te vertrecken, ende men verhoopte dat de prince RobertGa naar voetnoot3 tot des kaysers aencompste tot Lints soude gerelaxeert werden. Op des churfursten palsgraefs gesantenGa naar voetnoot4 propositie, daerin sij niet alleen de restitutie van de Palts ende der churfurstlijcke digniteit begeeren, maer oock de fructus perceptos et percipiendos met reparatie van de schaden, hebben de Beyerschen geantwoord dat sij tot geene van allen verobligeert waeren als hebbende haer heere soowel de churfurstlijcke digniteit als dat land titulo oneroso tegens een groote somma penningen, soo van den jongst overledenen als den regerenden keiser de investiture verkregen, ende dieswegen niet schuldigh aen iemant daervan reeckening te doen. Ende gelijck de gesanten van de Pals haere petitie op het uiterste extremum gestelt hebben, soo verhoopten de Beyerschen dat men het haer niet verdencken soude, dat sij daertegens de voorss. declaratie mede op het ander extremum stelden met presentatie, indien de gedeputeerden van de Pals in het midden treden wilden, dat sij dan oock sooveel mogelijck haer tot alle billickeit souden laeten vinden. De uitcompste van de saacke moet van Weenen verwacht worden. Den 7e dito hadde den Turcksen ambassadeurGa naar voetnoot5 bij den keiser audiëntie gehadt. Sijn aenbrengen bestaet in continuatie van vrede; liet sich mede verluiden dat den paus en Vranckrijck sijnen heere seer tot den oorloge gepousseert hadden. De gedeputeerden der heeren StatenGa naar voetnoot6 aen den coning van Dennemarcken sijn verleden weecke weder alhier aengecomen om relatie te doen van het geslooten accord tuschen den welg. coning ende desen staet. Onse hooftarmee ligt noch te Sasstede ende verwacht aldaer gelt ende haeren general Torstenson,Ga naar voetnoot7 die, soo de brieven van Hamburgh medebrengen, eindelijck te Wolgast soude gearriveert sijn. De vijant ligt nogh te Gronaw, den eertshertogGa naar voetnoot8 te Goslar, bij denwelcken gedeputeerden van Brunsweich-LunenburgGa naar voetnoot9 aengekomen, ende was men die van de landgravin van HessenGa naar voetnoot10 verwachtende, om met den kayser tot accommodement te tracteren. Met den coning van Dennemarcken en de stadt Hamburg staet het in vorige terminis, dogh stille. De Deensche soldaten gaen daer inne ende uit om vivres te coopen ende heeft den- | |
selven coning op lijfstraf aen sijne soldaten verboden niet den geringsten boer onder 't gebiet van Hamburg iet leets te doen. Hiermede verblijve, mijnheer, u Excellentie dienstwilliger. | |
Haage, 21 8bris 1641. | |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 30 Oct. |
|