Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4962. 1640 december 8. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijnheer, Ick hoope, dat Calcar wel bewaert sal werden ende dat de Staten der Vereenigde Nederlanden onder de hant daerop sullen letten. Dat de keiserschen souden willen blijven uit die quartieren tusschen Rijn ende Maes, can ick niet wel geloven. Dat van Christiaen UlrichGa naar voetnoot2 sal wel doot bloeden ende valt daerop niet te seggen, dewijle hij aen Spaenschen dienst was verbonden. Van Brasil is vooreerst hier goed, dat sooveel suickers is ingecomen; de vordere particulariteiten sullen wij mettertijd verwachten. Van Engellant sijn hier vremde geruchten, maer alsoo de havenen gesloten sijn | |
geweest, weten wij niet seeckers. Wanneer ick den ambassadeur van EngelantGa naar voetnoot3 sal sien, soo sal ick verstaen, wat hij daerop discoureert. Den graef van EmdenGa naar voetnoot4 doet niet onvoorsichtich, dewijl hij veel met de Vereenigde Nederlanden te schaffen heeft, dat hij de vrundschap van den prins soect. Men sal haest mercken, oft de saecke van 't gouvernement van Vrieslant sal blijven slapen ofte nietGa naar voetnoot5, want soo men 't gunt gedaen is wil breecken, dat en can sonder groot gewoel niet geschieden. 't Gunt in Swede is gehandelt, nae ick verstae, is niet veelGa naar voetnoot6; men wil 't geruchte breed laeten loopen ende daerbij voordeel doen, maer bij de eerste vergadering van Hollant sal hetgunt men nu secreet hout licht uitlecken. Desen winterschen tijdt furneert niet veele tijdingen. Den hertogh van Longueville ende den grave van HarcourtGa naar voetnoot7 werden hier verwacht. D'heer ErlachGa naar voetnoot8 is hier. 't Geruchte loopt, dat hij marescal de France sal werden, mids quiterende het gouvernement van Brisac. De hertoginne van SavoieGa naar voetnoot9 heeft een seer magnifique inganck gedaen tot Turijn ende schijnen de saecken haer daer te disponeren tot vrede, soo die niet gemaect en is. Hier is verbot uitgegaen tegen die van de stadt ende 't lant van Luydick om geen goederen uit Vrancrijck te doen vertrecken nae die quartieren, omdat sij den resident van VrancrijckGa naar voetnoot10 soo lang gevexeert hebben, totdat hij is vertrocken, ende alle, die aen Vrancrijck gehangen hadden, uitgezet. Veele meenen, dat het met de Catelans oock soude connen loopen tot sulcken verandering, alsoo veeltijds twist comt tusschen deghenen, die de vrijheit natuirlijck soet sijnde soecken, maer elck deselve interpreteren nae haer manier. Soo den coninck van Engellant de Engelschen ende Yeren contentement geeft ende tijdt wint, soude 'tselve mischien in Schotlant connen gebeuren. Beide die natiën hebben neiging nae verdraegen 'tgunt de Hollanders eertijds verdragen hebben ende daerom vrese ofte hoop connen licht onder haer verdeeling doen comen, welcke occasie coningen ende princen, die wijs sijn, verwachten ende dan gebruicken. De quade tijdingen, die hier ende op andere plaetsen geloopen hebben van de doodelijcke siecte van onse coninginneGa naar voetnoot11 ende van groote tweespalt in de regiering, hoope ick dat onwaer sullen werden bevonden tot confusie van deghenen, die sulcx hebben verziert, ende dat d'heer BanierGa naar voetnoot12 op 's keisersch leger, dat van Swaben af tot aen de canten van Gelderlant is gestroyt, t'sijner tijdt eenigh advantage sal vinden. Van Duitschlant, uitgenomen de saecken, die naerder sijn aen de Nederlandsche quartieren, hebben wij niet dan dat GleenGa naar voetnoot13 Fridberg beschiet. Den eertshertogh LeopoldGa naar voetnoot14 verwintert te Regenspurg. | |
In Switserlant smoocken veele oneenicheden; bij de Grisons sijn die meer blijckende. De naeste vrunden van den doot gebrachte PlantaGa naar voetnoot15 doen groote instantie om justitie te becomen, soodat veele republycquen, die geweest sijn ofte beginnen, quaelijck eene is apparent is te duiren, als die van Venegië, gefundeert op goede wetten, die seer wel werden onderhouden. Van Constantinoplen boven de continuatie van den ambassadeur van den grooten mogorGa naar voetnoot16 aldaer aengecomen ende van den Turckschen ambassadeurGa naar voetnoot17 bij den Polen onderschept hebben wij, dat de vloot uit de Swarte zee te Constantinoplen wierd verwacht ende dat men in 't Arsenal preparaten maecten om nieuwe galeyen te bouwen. Den coning, coninginne, 's conincx soonen, cardinael ende andere heeren sijn hier wel te pas. Men maect veel geld om tegen 't aenstaende jaer veele soldaten te hebben. Tot Parijs, den 8 December 1640.
Wij verstaen hier nu de doot van BredaGa naar voetnoot18 ende duisent man van nieus gevangen off geslagen bij RosaGa naar voetnoot19; voorts dat d'Engelschen dreigen repressaliën te gebruicken vanwegen de schepen genomen bij den eertsbisschop van BourdeauxGa naar voetnoot20; dat hertogh CarelGa naar voetnoot21 't lant van Trier ende Lutsenburg opeet; dat tot Peronne gehandelt werdt van wisseling van gevangenen; dat den coning van Spaignië is te Madril, maer sijn leger bij Saragosse; dat de Fransche regimenten marcheren nae de Catelans, dewelcke aen de Fransoisen hebben gegeven negen ostagers; dat den graef van SoissonsGa naar voetnoot22 versoect twee jaeren prolongatie van de toelaeting des conincx, opdat hij magh blijven te Sedan. Van de soux par livreGa naar voetnoot23 is vrijgestelt het broot, wijn ende vleesch. De trefves in Italië is verlengt. | |
In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, uyt Paris, den 8 Decemb. 1640. |
|