Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4715. 1640 juni 30. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijnheer, Wij sijn hier tusschen de hoope ende de vrese. Ick en spreeck nu niet van de heer BanierGa naar voetnoot2, waervan de tijdingen in Hollant wel soo seecker comen als hier ende alwaer de decisie te verwachten staet van het laetste broodt, maer van de Fransche saecken, dewelcke voor Thurijn niet en gaen nae onse wensche, alsoo LeganésGa naar voetnoot3 gelogeert alsnoch tusschen Pignerol ende 't Fransche leger t'eenemael aen de Fransoisen de vivres afsnijdt, de gestaedige regenen daerenboven de retrenchementen van het Fransche leger seer hebben bedorven; soodat het niet en schijnt apparent, dat monsieur d'HarcourtGa naar voetnoot4 het daer sal connen harden, tenwaer hij wilde een slagh avontuiren, waerin voor hem groot peryckel | |
soude sijn, alsoo den marquys de Leganès GildehaesGa naar voetnoot5 met het volck, dat in Tirol resteerde, bij sich heeft becomen ende dagelijcx meer ende meer volcx bij sich crijght uit Italië, uit de Grisons, uit Switserlant, daer ter contrarie den grave van Harcourt sijn secours, 'twelck men seit te sullen sijn van ses- ofte meer duisent man, niet en verwacht voor het einde van Julius, welck secours apparentelijck te laet sal comen voor de saecken van Thurijn, te meer alsoo het Fransche leger oock vol is van siecken. Voor Arras vordert men de retrenchementen, met hoope van de stadt te becomen voor het einde van Augustus, waertoe men meent, dat veel sal helpen het gebreck van buspoeder, dat de overloopers seggen te sijn in de stadt. Den vijfendetwintichste laestleden, alsoo vierhondert ruiters van LamboisGa naar voetnoot6 volck waeren gecomen om 't leger te besichtigen, sijn de Fransoisen deselve tegengegaen ende hebben deselve vervolgt tot aen de Spaensche retrenchementen, maer sijn daer hart bejegent, hebbende veele van de haere verloren, veele sijnde gevangen, waeronder den marquys de GevreGa naar voetnoot7. Een convoy van tweeduisent wagens is in het Fransche leger wel gearriveert, soodat men daer alles goedes hoopt. Den cardinael-infant evenwel is niet stil. Is gecomen te Rijssel, andere seggen vandaer te Douai. Heeft uit Nederlant vijfduisent man bij sich ontboden boven de vijftienduisent, die men hout te sijn bij SilveGa naar voetnoot8 ende Lamboi; waerbij men seit sich sal vougen hertogh CarelGa naar voetnoot9, doch monsieur du HallierGa naar voetnoot10 ende 't volck, dat geweest is onder den marquys de Gievre, hebben last daerop te passen. De seditiën van Catalogne seit men voortgeloopen te sijn tot Perpignan ende veelen verwonderen haer, dat bij de Fransoisen ende Hollanders op die occasie niet beter en werdt gelet. Wij hooren het parlement in Schotlant voortgaet, nietjegenstaende den coninck hadde versocht, dat het voor weinigh tijds uitgestelt soude werden, soodat daer vooralsnoch weinigh hoope is van accommodement, 'twelck nochtans wel noodigh waer voor de saecken van mijnheer den churfürstGa naar voetnoot11, die nu is te Léancourt om door de open lucht sijne gesontheit te verquicken. Wij sijn in groot verwacht wat de Duitsche daghvaerden ons sullen voortbrengen. 't En can soo secreet niet gehouden werden, off daer sal wat van uitlecken. Den prins van Orangie sal wel wat dienen te doen om Vrancrijck contentement te geven; wil 't in Vlaenderen niet vallen, 't moet op een ander onderstaen werden. De excuse van den bisschop van MetsGa naar voetnoot12 ende anderen om niet te Regensborg te comen, is niet sonder apparentie van reden, soo maer daerbij werdt gepersisteert, waervan staet te twijffelen. De seventhien articulen van de synode in EngelantGa naar voetnoot13 hoope ick te sien ende dan met oordeel daervan te spreecken. Ick hoor den bisschop van GlocesterGa naar voetnoot14 is gesuspendeert, niet gedegradeert. Wat den eertsbisschopGa naar voetnoot15 doet ofte oock de andere bisschop[pen], sij en | |
sullen die scheursiecken ende meutigen troep van de puritaines niet contenteren; dat cancker is te diep in 't vleisch. Des conincx van Engellant brieven om het parlement te doen uitstellen, zijn te laet gecomen, 't parlement alrede begonnen sijnde tegen des conings wil. Ondertuschen hebben de Engelschen eenige Schotsche schepen, gaende nae Hollant ofte Zeelant, becomen. Tot Parijs, den 30 Iunij 1640.
In 't gevecht bij Arras sijn tweehonderd Fransoisen gebleven, eenige van qualiteit. De Fransoisen hebben in 't eerste van 't gevecht becomen drie cornetten, daernae groot naedeel geleden. Hertogh Carel heeft bij sich achtduisent man. Den vijant heeft groot garnisoen in Bapaume. Den coning versterckt het leger voor Arras met 3000 soldaten uit Normandië ende acht compagnie van sijne guardes. Den bisschop van BourdeauxGa naar voetnoot16 is noch niet in see; heeft onder sijn gebiet twintich galeyen ende twintich andere schepen. Vijftien schepen sullen blijven om de cust te bewaeren. | |
Adres: Mijnheer mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant in Den Hage. In dorso met andere (latere) hand: Den 30 Iunii 1640. |
|