Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4699. 1640 juni 17. Van N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijnheer, Van een leger, dat van plaetse noch niet en is verandert, kan uEd. niet veel wachten ende evenwel doen de teyckenen van dagelijx noch meerder volck daer naer toe te trecken ende aennemynge van scepen, bijsonder groote, mij geloven, dat alle desseinen noch niet ten eynde en sijn. D'executie sal veel hangen naer de diversie, die den mareschal van ChastillonGa naar voetnoot2 sal maecken, die ick vreese niet te groot sal sijn, alsoo sijne macht cleyne wert gemaeckt ende beswaerlijck is te trecken diep in een lant vol vaste plaetsen ende volck ende daer de vivres niet wel mede te slepen en sijn. Indien ergens aen de zeecust in het | |
vaste lant voet conde worden genomen, dat ick vreese niet doendelijck is, soo ware apparentie, dat yet notabels noch soude bij de hant worden genomen ende gesecundeert met volck ende alle behouften van desen staet. Sonder dat resteert niet als een andermael preuve te nemen om met force te passeren over de Leye, die ick vol swaricheyt sie; sooveel volckx heeft den viant ende soo wel sijn de advenues geretrencheert. Mogelijck dat men meent de aencomste van de Fransen ende de preparaetie van scepen [op] de Maes verder sal distraheren ofte, hetgene de meeste apparentie heeft, dat men den viant wil amuseren ende vandaer delogerende elders wat besoucken. Ondertusschen is men niet buyten apprehentie dat den viant siende veel steden vrij van hare garnisoenen ontbloot hier off daer een voordeel sal soucken, daer hij tusschen de saterdach ende sondach nacht ontrent Breda teyckenen van heeft getoont. De particularityten hebben wij noch niet. In 't gros seyt men vijffduysent man, stillekens over de brugge gepasseert, gemeent hebben daer een aenslach op die stat te executeren. Andere seggen, ende die gelove ick best, dat het sijn seshondert man te voet, drie compangiën paerden ende bij haer hebben eenyge wagens met hopsacken om yet tot een passagie te vollen, houden haer noch aen de kant van het eylant van de Clunder. PicolominiGa naar voetnoot3 reculerende het gevecht vreest men, dat in vivres den generael BannierGa naar voetnoot4 sal connen verduyren, alsoo Frankenlant achter hem heeft ende de vivres alreede seer schaers waren in het Sweetse leger. Drieduysent paerden onder het gebiet van RosaGa naar voetnoot5 waren uyt den mareschal Banners leger gehouden om te sien diversie te maecken. Apparent dat Picolomini de geconiugeerde sal willen verduyren, wetende naer de separatie stercker als de Sweden wesen sal. Den keyser is tot RegensburchGa naar voetnoot6 ende is daer den rijxdach geleyt, daer den biscop van MentsGa naar voetnoot7 ende andere swaricheyt maecken te compareren, niet houdende vrij te connen vergaderen in een plaetse met des keysers garnisoen beseth. Ick kan uyt de constellatie van de saecken van EngelantGa naar voetnoot8, off dat rijck, gelijck al te wel gevoede lichamen plegen, heeft quaet bloet, dat wel dient gelaten. Indien dat elders als tegens sijne eygen medeleden conde werden gebruyckt, soo waer groot goet voor mijnheer den churfürstGa naar voetnoot9 te wachten. Naer het schijnt souckt den conynck sijn ingesetenen in Engelant alle contentement te geven. Het synode van de biscoppen is gescheyden; die hebben met eenparych goetvinden behalven van eenen biscop seventhien articlen gearresteert, daermede uyt den wech sal werden geleyt hetgene den meesten aenstoot heeft gegeven. Bij een van de seventhien werden alle boucke ende schriften van SocinusGa naar voetnoot10 verboden. Den biscop, die gedifficulte[e]rt [heeft] de articlen te teyckenen, is den biscop van Clochester genaemt GoetsmanGa naar voetnoot11, voor desen paeps gehouden, ende sal voor sulckx werden gedegradeert ende tot alle charges incapabel werden verclaert ende werden victima populi. Met sulcke proceduyren sal mijnheer den aertsbiscopGa naar voetnoot12 sijn selven helpen uyt alle genomen ombragiën. Tot accomodatie met Schotlant wert groot hope gegeven, den conyck hebbende het versamelen van sijn volck, dat den thienden Iuny most geschieden, tot den thienden Iuly uytgestelt, ondertusschen naer Schotlant gesonden een van de Schotse gedeputeerdenGa naar voetnoot13, | |
n(ae)rdat hij eerst met den grave van Loudun in den Tour twee dage hadde gesproocken, welcke grave den Tour nu vrij geniet met visiten van andere van buyten. De begeerte van den conynck is, dat de Scotten het parlement, dat nu alle dage soude beginnen, tot den 7 Iuly uytstellen, waerin, indien sij den conynck believen, de hope is dan sodanygen commissaris sal werden gesonden, die aengenaem sal wesen ende alles tot accommodatie steunen. Dat geve Godt ende ons een eynde van dit drovyge oorloge. Desen 17 Iuny 1640. | |
Adres: Mijnheer mijnheer de Groot, raedt ende ambassadeur van de coningine ende croone van Sweden bij den alderchristelijcksten conynck. Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 26 Iunii. En in dorso: 17 Iuny 1640. N. Reigersberg. |
|