Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4341. 1639 oktober 15. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot6.Mijnheer, Ick vinde uE. consideratiën op het stuck van AelianusGa naar voetnoot7 niet vremd. Dat FelixGa naar voetnoot8 uit sijne handen waere, is te wenschen, maer crijght op sijn schrijven geen antwoord uit Swede. Op mijne dochtersGa naar voetnoot9 saecke, dewijle de vrunden goed vinden het recht haer bij testament aengecomen te vervolgen, heb ick mijne bedenckingen aen mijn broeder de GrootGa naar voetnoot10 geschreven ende sal daerin voort continueren. De Hollanders sie ick, dat de Spaensche vloote te clouck sullen vallen sijnde nae bij hant om versterckt ende ververscht te werden. Maer hoe sij 't met de Engelschen sullen hebben, staet te besien. Van de Fransche meene ick niet, dat sij hulp hebben te verwachten, alsoo die vloot heel is ontwapent. | |
Veele hoopen wel van des churfürst palsgraef'sGa naar voetnoot1 saecke. Ick twijffele seer. D'heer BoswelGa naar voetnoot2 hoore ick seer prijsen ende wensche hem alles goeds. De questie van Luick sal apparentelijck Vrancrijck ende Hollant in het spel trecken. Mij sal lief sijn te verstaen, hoe het stuck van Bremen is geaccommodeert, ende wat hoope is van verlichting van den tol in de Sont ende te Helmstadt. De vlooten van Spaignië tot vijf ende vijftich schepen, daeronder over de twintich galeoenen, die van Hollant dagelijcx aenwassende, de Engelsche, die ick nu meen te sijn bij de dertich, geven materie van discoursen ende verscheide opinien van hetgunt daeruit staet te verwachten. Ick hoor hier, dat den lieutenant-admiral van de Vereenigde Nederlanden Maerten Harpertsoon Tromp hardt gesproocken heeft tegen d'Engelschen, omdat sij de fregatten nae Duinkercken hadden laeten uitloopen, 'twelck gerapporteert sijnde aen den viceadmiral van EngellantGa naar voetnoot3 soude geseit hebben, soo de Hollanders soo wilden spreecken, dat hij d'eerste wilde sijn om 't geschut tegen haer aen te steecken. Waerop Maerten Harpertssoon soude geseit hebben, dat hij soo groote lust had om met de Engelschen te slaen als met de Spaenschen; off dit waer is off niet, wil ick niet verseeckeren, maer het werdt in Engellant soo gelooft. Vrancrijck en sie ick niet, dat haer haest om de Hollanders te helpen, 'twelck nochtans voor de Hollanders om veele redenen dienstigh waer. Sij willen 't aensien. De deliberatie van Brisac is gebracht ten believe van den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot4 te Colmar onder pretext van eenGa naar voetnoot5 tocht te willen doen tegen de vijanden, dat is GleenGa naar voetnoot6 ende MercyGa naar voetnoot7, die tusschen den Rijn ende Donau sijn, ofte tegen de Lotteringsche, die haer toonen ontrent sesduisent bij S.t Avaux. De Franschen nu versterckt door monsieur Du HallierGa naar voetnoot8, soo men seit met sesduisent, sijn bij Colmar. De Wymarschen voor een groot deel niet verre van daer, eenige ontrent Waldshut. Wij verwachten de tijding van de resolutie, die ons sal doen oordeelen, waerheen die saecken haere cours nemen. Den coninckGa naar voetnoot9 gaet van Grenoble, soo men seit, nae Lions, stellende overal sooveel ordre als 't mogelijck is tegen de seditiën, becomen hebbende Aveliana ende Suse, gelijck ick voor desen heb geadviseertGa naar voetnoot10, tracht oock Mommillan, de sterckste plaets van Savoie ende die tweemael alleen sich heeft geconserveert als Vrancrijck heel Savoie in had, in sijne handen te becomen. Waertoe alrede sooveel is gevordert, dat mevrouw van SavoieGa naar voetnoot11 geconsenteert heeft, dat SenantesGa naar voetnoot12, een Fransois van Haere Hoocheits goede kennisse, daer gouverneur sal sijn met een Fransch garnisoen van personen, die Haere Hoocheit sal kiesen. De Spaensche dit | |
verstaen hebbende weigeren plat uit eenigh versch volck vanwegen Vrancrijck te laeten comen in Casal, welcke plaetse daerdoor ende door andere ongelegentheden ende quade affectie van het heele Montferrat tot Vrancrijck peryckel loopt. De Switsers sijn vergadert te Baden, alwaer de Grisons in 't generael haere gesanten hebben gesonden notificerende de voltrecking van haer verbont met SpaigniëGa naar voetnoot1 besworen te Milan uit de naem van de Grisons uit crachte van welck verbont de officiers van de Grisons sijn ingevoert in de Valteline met uitsluiting van de wooninge van de protestanten uit de Valteline ende de forten belooft te demolieren, die van Sondrio ende Chiavenna bij de Spaensche, die van Dacco ende Musso bij de Grisons. 't Selve is oock besproocken van 't fort aen den Rijn, maer GullerGa naar voetnoot2, protestantsche colonnel daerbinnen sijnde belet de naecominge van de resolutie genomen bij pluraliteit. Die van sijne partie hebben geen gesanten dorven senden nae de Switsers, maer door brieven haer gerecommandeert de sorge voor de Grisonsche vrijheit, waerop mij dunct niet veel en sal volgen, te minder alsoo Vrancrijck om redenen bij mij voor desen aengeroertGa naar voetnoot3 daerin seer schroomigh ende langsaem is. De vergadering van de Duitsche princen houdende des keisersGa naar voetnoot4 partie gaet oock voort binnen Noremberg voor het uitgaen van dese maent, om middelen te beraemen tot paix, waertoe wij verstaen meest alle de prinsen wel genegen te sijn, uitgenomen die van BeierenGa naar voetnoot5, die ruim het sijne heeft. Mij is geseit, dat het schip bij den lieutenant-admirael Maerten Harpertssoon op de Spaensche becomen is een Swedisch schip bij de Duinkerckers over eenigen tijd genomen in 't uitgaen van de Sont. Off dat waer is ofte niet, wilde ick wel weten. Men is hier seer graech om te weten off de Staten-Generael haer sullen engageren in de querelle van de stad Luydick tegen de churfürst-eertsbisschop van ColenGa naar voetnoot6, bisschop ende prins van Luydick, ende hoeverre. Den 15 october 1639. Eenige regimenten gaen uit Vrancrijck nae Savoie ende de verdere quartieren. Salze defendeert sich noch en verwacht secours. De omliggende plaetsen sijn alle bij de Spaignaerden weder becomen. PiccolominiGa naar voetnoot7 gaet met een goed leger nae Duitschlant, waerop den marescal de ChastillonGa naar voetnoot8 sich heeft geretireert te S.t Miel en De la MillerayeGa naar voetnoot9 te Amiens. Mevrouw van Savoie is wedergekeert nae Chambery. Den cardinael de Richelieu heeft door de doot van den cardinal de la ValetteGa naar voetnoot10 becomen het gouvernement van de stad Mets et pays Messin. De domestyquen van den prins CasimirGa naar voetnoot11, die wel met hem en sijn gevangen, sijn belast te vertrecken. | |
Adres: Mijnheer Mijnheer Van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 13 oct. 1639 uyt Paris. |
|