Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4049. 1639 april 2. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijnheer, Mij dunct, dat bij diegeene, die de sorge van de zee hebben, is gefaillieert, dat sij niet een successeur met macht gesonden hebben aen Marten HarperssenGa naar voetnoot2, eer hij genootsaect is geweest van voor Duinkercken te vertrecken. De Westindische vloot wierd in dese maent maert in Spaignië verwacht, maer sal apparentelijck, nae haere gewoonte, sonder goed gelei niet comen. Van Brasyl continueren hier quade tijdingen. Wij willen het beste verhoopen ende verwachten. Wij hooren den coninc van EngellantGa naar voetnoot3 nu getrocken is in Schotlant ofte op de frontieren. Nae alle discoursen ende advisen, die ick hoore, sal de saecke niet geaccommodeert werden danGa naar voetnoot4 met restitutie van de auctoriteit van den coning ende bisschoppen hebbende den coning groote macht bij een ende de principalen van Schotlant sijnde oneenigh ende de gemeente alrede moede, eenige van buiten haere huisen te sijn, andere van nieuwe lasten te draegen. Alle de werelt siet op die uitcomste. Veele meenen die oneenicheit uit Spaignië, andere dat die uit Vrancrijck werdt gefoveert. Men twijffelt, off den graef van LicesterGa naar voetnoot5, dewelcke de puriteinen altijd wat seer heeft geëxcuseert, wedercomt ofte niet. 'Tgunt uE. schrijft van KnuitGa naar voetnoot6 geeft mij meer ende meer impressie, dat Holland (?)Ga naar voetnoot7 ende NeefGa naar voetnoot8 wel sijn t'samen ende door gemeene interest de offensiën hebben vergeten. 't Credyt van den bisschop van ChartresGa naar voetnoot9, die op 't ballet, dat in de vastelavont gehouden is tot den cardinaelGa naar voetnoot10, 't officie van hofmeester heeft gedaen, sal monsieur d'EstampesGa naar voetnoot11 salveren van meerder swaericheyt. Dat hij weder soude gaen nae Hollant, wert hier geoordeelt buiten apparentie, niet alleen om 't gelt aen de Hessische wat te haestig gegeven, maer oock omdat men hem hout in 't secreet geaffectioneert tot de reine-mèreGa naar voetnoot12, 'twelck in dese tijd is capitael. 't Stuck van de religie met Hessen meen ick dat door heimelicke acte can werden geaccomodeertGa naar voetnoot13. | |
De successen van de heer BanierGa naar voetnoot1 sijn groot. Wij arbeiden noch om den hertogh van WimaerGa naar voetnoot2 aen gelt ende volck te helpen. Die van Venetië sijn noch niet verseeckert van haere vrede met den TurckGa naar voetnoot3, maer sal buiten twijffel daertoe bij veelen gearbeit werden om den keiserGa naar voetnoot4 ofte den PoolGa naar voetnoot5, die aen den keiser vast is, werck te geven. Tot de vredehandeling can met geene reputatie Sweden verstaen sonder Vrancrijck ofte Vrancrijck sonder Hollant ende die de paspoorten voor Hollant op de oude voet te geven difficulteren doen grooten dienst aen alle, die de continuatie van het oorlogh soecken. 't Heeft apparentie dat de keiserschen eenigh volck sullen willen laeten ontrent Nieumegen om een deel van de macht van de geünieerde Provincie daer in alarm te houden ende ellewaert onnut te maecken. 't Geschrift van AmsterdamGa naar voetnoot6 sal ick garen sien, als het sal connen geschieden, ende verstaen, wiens instelling 't eene ende 't ander is. De solutie op de deputatie voor desen gedaen in Zeelant om Middelburg te bewegen ende op de Amsterdamsche reise nae Utrecht in 't jaar 1610 vinde ick pertinent. Ick dancke uE. van de gestadige sorge ende arbeit in de saecken van RotterdamGa naar voetnoot7. UE. heeft volle macht ende behoeft geen ondanck te vresen verdienende grooten danck. Maar uE. kent het humeur van de vrouwen, die garen de meeste penninck bedingen. Onse schade is groot, maer liever dan tot repressalliën te comen, daertoe mij nochtans hoope is gegeven, sal ick mij laeten contenteren met hetgeen den tijdt sal toelaeten. D'heer HeufdGa naar voetnoot8 verstaet mij geen gelt te geven, eer hij sijne afreeckeningen heeft. Men had hem die over lang behooren te bestellen. Ende d'heer SpierinckGa naar voetnoot9 last daertoe hebbende behoort de saecke daetelijck af te maecken ende niet met soo veel vertier van tijdt deselve nae Sweden te senden ende dan noch het antwoord, dat misschien soo gereed niet en sal sijn, te verwachten. UE. gelieve in de subsidie het beste te doen ende wel te sorgen, dat wij daerin het onse vinden. ValeriusGa naar voetnoot10 doet AelianusGa naar voetnoot11 plaisir, dat hij hem 't velt quitteert ende gaet ter plaetse, daer alle ding soo licht niet en is te vernemen als in Den Hage. Van de ligue, die den coninck van DenemarckGa naar voetnoot12 in de Nederrijnsche quartieren had geminuteert, meene ick niet, dat iet sal vallen, alsoo de saecke van de | |
Nedersaxische ligue, daer den coninc van Denemarcken ende sijn soonGa naar voetnoot1 selff in waeren, soo quaelijck afgeloopen. Mijnheer den cardinael heeft sijn schoon huis, dat hij te Parijs heeft, geschonken aen den coningGa naar voetnoot2 ende daervan bescheid gepasseert. Het crijgsvolck hebben last te gaen nae haere gedestineerde plaetsen om tijdelijck te beginnen. Dese groote tijdingen van de heer Banier geven ons occasie om groote instantie te doen voor den hertogh van Wimar. Wij vorderen wat, maer langsaem. Door dese stadt heeft een gerucht geloopen apparentelijck bij eenige munnicken uitgestroit, dat de Sweden ende den hertogh van Wimar sonder Vrancrijck van een bestant handelden, 'twelck ick getoont heb te strijden soo met de getrouwicheit van de Sweden als met de wercken van de heer Banier. Den heer De la MilleraisGa naar voetnoot3 arbeid om den graef van SoissonsGa naar voetnoot4 op eenige conditiën weder in Vrancrijck te brengen, waernae mijnheer den prins van CondéGa naar voetnoot5 niet seer en sal verlangen. Den keiser werdt geseit nae Augsburg te comen, maer misschien sullen hem dese progressen van de heer Banier teruggehouden. Sijne ambassadeurGa naar voetnoot6 werdt verwacht in Switserlant tegen den tijd van de bijeencomste te Baden. Middelertijd vergaderen de pausgesinde cantons tot Lucerne ende prepareren de saecken soo wel om de Fransche lichtingen te beletten als om 't keisers volck vivres ende passage te geven, soo men voorgeeft tot defensie van het graefschap van Bourgogne sijnde in protectie van de Switsers, inderdaet om Brisac ende andere plaetsen aen te tasten. De voorslach die eenige doen van het graefschap van Bourgogne in neutraliteit te stellen heeft geene apparentie, alsoo bij die van 't graefschap openbare hostiliteiten aen Vrancrijck sijn gedaen ende de cants voor Vrancrijck goed is om dit jaer, soo op alles wel wert gelet, hetselve graefschap te becomen sijnde de steden, die daer noch aen den Spaignaert resteren, vol van allerlei gebreck, meer van vivres. Den gesante van de GrissonsGa naar voetnoot7 is op sijne wedercomste uit Spaignië ende brengt soo de Spaensche dienaers, die bij de Grissons sijn, seggen, vaste ordre van de restitutie van de Valteline aen de Grissons, 'twelck tot noch toe uitgestelt sijnde grooten haet gecauseert heeft tegen de Spaignaerden ende aen de Fransoisen hoope om haere partij daer weder levend te maecken ende door de nieuwe fauten van de vijanden de haere te doen vergeten. In Spaignië geschiet groote lichting waerover den marquys de LovelazGa naar voetnoot8, viceroy van Arragon ende Navarre, 't gebiet sal hebben evenwel, alsoo Spaignië niet heel veel volcx en heeft ende veele ver gelegene plaetsen te besetten, persisteert den conig van SpaigniëGa naar voetnoot9 door iteratyfve ordre bij sijn bevel van sesduisent | |
mannen uit het Milanees nae Spaignië te doen comen, onaengesien de excusen bij den marquys de LeganesGa naar voetnoot1 voor desen op dat stuck gedaen ende doet veel volck hebben in Naples, Florense, Modena, Luca. De Spaenschen maecken een fort tegenover Sanctdovallo naebij Vercelles om de Fransoisen de aencomste nae Vercelles te beletten. De weduwe van SavoieGa naar voetnoot2 werdt bij de Spaenschen seer gesolliciteert tot vrede. Den graef van Serovalle VercelloyGa naar voetnoot3 is bij haer gecomen vanwegen den prince ThomasGa naar voetnoot4 met aenbieding van alle diensten seggende oock, dat den prince Thomas in persone deselve wil comen offereren, 'twelck veele menen niet ernst te sijn ende, als het bij de voorss. hertoginne-weduwe selve wierd aengenomen, dat het bij den cardinal-infantGa naar voetnoot5 door expres (?) commandement soude werden belet. Deselve weduwe heeft aen de weduwe van MantuaGa naar voetnoot6 gesonden den bisschop van AlbaGa naar voetnoot7 met kennisse van de Spaenschen, alsoo hij bekent door het Milanees is gepasseert ende met den gouverneur aldaer heeft gesproocken. Tot Paris den 2 april 1639. Mijn huisvrouw can noch niet reisen alsoo sij haer pasport van Bruisel noch niet en heeft ontvangen; oock is sij geduirende dese maent niet wel geweest ende driemael gelaeten. | |
In margine: Wij verstaen, dat den prince Thomas is te Lode in 't gebiet van Spaignië. In margine schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot den 2 april 1639. |
|