Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1627. 1631 april 28. Van N. van ReigersberchGa naar voetnoot3.Mijn Heere, Wt alle de advysen, die ick nu eenygen tijt herrewaerts van uE. hebbe becommen, kan ick niet oordeelen, waertoe uE. inclineert. Ick verwachte daervan yet seeckers door de comste van ConstansGa naar voetnoot4, sal mij dan voorts reguleren naer uE. goet vinden. Bij NumerianoGa naar voetnoot5 sal ick niet versuymen, maer eer dien dooren wt sijn voet is, sal hij niet vrij durven gaen, niet bij faulte van goede wille maer wt vreese in de executie difficulteyt mochte vinden. Den man van de MaseGa naar voetnoot6 sal ick oock onderhouden siende eerst, hoe het desen Mey met hem gaet. Met GalloGa naar voetnoot7 moet men doen wat men kan ende off hij ende andere haer devoir niet en doen, soo moet FelixGa naar voetnoot8 geen reden geven, dat de vruchten van sijn deucht en ongemack werden vermindert. Beter is het met patientie als met ...... sijn vianden te overwinnen. Gisteren was ick in geselschap van den pensionaris WevelychovenGa naar voetnoot9, die ick lange op de gemeene saecke onderhielt, vanwaer wij quamen op u particulier. Hij advoyeerde diffidentie de moeder is van onse misverstanden ende seyde noyt van | |
uE. anders hadde geoordeelt als dat een man waert van seer goede conscientie; hij meende, dat men den anderen mocht verstaen. Dat recommandeerde ick seggende de eenyge vraecke, die wij van het gepasseerde urgeerden, daerin bestont, dat die het ongelijck hadden gedaen wilden naerlaten het te continueren. Wij scheyden soo goede vrienden, dat hij begeerde, dat ick, tot Leyden commende, mijn logement te sijnen huyse wilde nemen. Het quaetste is, dat hij niet vermach, wat hij wil. Dan ick soude niet garen eenyge occasie versuymen om het lants ende uwen dienst gelijckelijck te procureren, daer ick hoope eyndelynge eenyge effecten van sullen werden gesien. Dat causa praejudicialis buten d'intentie is gesuccedeert, moet ons niet doen wanhoopen. JovinianusGa naar voetnoot1 sal sien off selffs wt het quaet geen goet te trecken en is. Soo veel het publyck belangt: men doet vast groote praeparaten tot het oorloge; wanneer men staet maeckt in het velt te gaen, hoort men niet. Een vasten voet tegens de disordren ter zee isser noch niet genomen. De acte van survivantie is dese weecke gelijckelijck bij Hollant ende Zeelant gedefereert. Sijne Extie heeft de gedeputeerde daertoe getracteert ende sal elck met een lampet ende becken van 500 gulden vereeren. Resteert nu Gelderland alleen. De Françoissen dissimuleren hier den vrede van Italiën. Ter Goude heeft den bailluGa naar voetnoot2, gesterckt sijnde met eenyge nieuwe vroetschappen, de gecommitteerde RaetGa naar voetnoot3, te vorens met meerderheyt van stemmen gecoren, doen verclaeren met brigues te sijn gemaeckt ende de electie doen casseren; daertegens complainte is versocht ende verleent aen d'andere vroetschappen, die seggen in possessie te sijn van met meerderheyt van stemmen tot gelijcke actiën te procederen. Den (conservator) ter Vere van de Schotse natie heeft de twee predicantenGa naar voetnoot4 ende vijff ouderlyngen in rechte betrocken, begeert sij wt haer registers doen royeren seeckere attestatie tegens hem, die geen litmaet van haer kercke en is, in Schotlant ten versoucke van de Schotse predicant ter Vere gehouden; versouckt sij werden gecondemneert Godt ende de justitie vergiffenisse te versoucken ende in een amende van 4000 gulden werden gecondemneert. Sij proponeren exceptiën van renvoy aen de classe als sijnde de kennisse daervan kerckelijck. De classe sal hetselve door gedeputeerden de magistraet doen vertoonen. De vrou, die van Felix is vertrockenGa naar voetnoot5, is bij Galli geselGa naar voetnoot6 geweest ende daer seer wel ontfangen. Anders hebben wij hier voor desen tijt niet. Ick sal blijven UE. dienstwillyge. | |
Desen 28 Apr. 1631. | |
Adres: A Monsieur Monsieur Grotius à Paris. In dorso schreef Grotius: 28 April 1631 N. Reigersberg. |
|