Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1588. 1631 februari 16. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot15.Mijnheer, Uyt uE. rapport van den IIIe deser verwacht ick van de Maes niet goeds. De voochden van NumerianusGa naar voetnoot16 zijn nu soo goet als dye oyt sullen wesen. Maer daer is veel aen gelegen te weten, off zij hetgunt men voorheeft sullen doen als tot noot off garen. Wat GallusGa naar voetnoot17 belanght, ick vrese, dat het met hem sal gaen, gelijck hij eertijds seyde, dat het met andere ging, dye bij ons anders spraecken als bij hem. Evenwel heb ick redenen om te zyen, wat te doen sal staen. Eerst omdat ick voor mij ende voor de mijne dyen te weten, daer wij exercitie hebben van religie. Ten tweede om te letten op het huwelijcken van mijne dochterGa naar voetnoot18, dye ick hyer niet en can geven dan aen roomschgesinden, 'twelck swaericheyt heeft. Ten derde om de | |
onseeckerheyt alhyer, alsoo de periferatiën niet alleen, maer oock de renten op de stadt van Parijs onbetaelt blijven staen ende de nieuwe inventie van middelen niet en willen in de man. MonsieurGa naar voetnoot1 blijft te Orléans sonder yet te doen ofte uyt te geven. Den coning is naer Compiègne door raedt van den cardinaelGa naar voetnoot2, dye niet alleen zijne persoon, maer oock zijne goederen hyer niet en vertrouwt, hebbende oversulcx zijn bestel ontbloot van de beste meublen. Soo de saeck met Numerianus wel geluckte, soude eerst staen te sonderen, off men op versoeck van mijn ouders soude connen paspoort becomen, in welcke gevalle ick nae Compiègne soude gaen om oorloff te nemen als voor een reys uyt noot. Dan dit en moet niet getenteert zijn sonder vast te gaen om geen slapende honden wacker te maecken. Soo dan dit niet vallen en can, soude ick sonder adieu aen yemant te seggen gaen nae Rouaen als om monsr TreselGa naar voetnoot3, dye veel affairen heeft, te helpen ende sijne saecken te recommanderen. Daer most dan een schip zijn - 't schip aengecomen zijnde te Havre de Grâce most aen mij te Parijs senden advys van de comste, - dat met de eerste wint met mij ging nae Amsterdam, alwaer ick dan comende garen voor een tijdt mijn coste soude coopen bij moey van HorenGa naar voetnoot4, Simon de RijckeGa naar voetnoot5 ofte yemant dyergelijcke, totdat mijn huysvrouw hyer soude geïnt hebben, dat ons comt, eenige meublen vercocht ende ordre gestelt om de rest over te senden ende selff over landt te volgen. t'Amsterdam zijnde soude ick aen den guarde des seauxGa naar voetnoot6 schrijven mijne bedanckinge vanwege 't goed van den coning alhyer ontfangen ende de excuse van het haestigh vertreck etc.Ga naar voetnoot7. De goede conversatie van D. Vossio ende Barlaeo soude mij meer waerdt zijn als hetgunt ick in Vrancrijck soude laeten. De vrouw van ValckenburghGa naar voetnoot8 seyt mij, dat sij sedert de doot van haer man haer van d'heer KnuytGa naar voetnoot9 niet en heeft te beclagen. Hoope haer in 't regard van de prinsGa naar voetnoot10 soo te draegen, dat Sijn Extie geen reden en sal hebben om anders te doen dan haer ende de haeren te favorizeren. Sij is wijs ende daer comende sal nae raedt luysteren. Van des conings van SwedensGa naar voetnoot11 victorie zye ick wel uyt CamerariiGa naar voetnoot12 bryeff aen mij, dat soo vast niet en gaet. | |
Dese dagen ben ick hyer gewest bij een, dye het meeste bewint heeft van uytheemsche saeckenGa naar voetnoot1. Hij seyde mij verstaen te hebben, dat de last om te letten op de trefves vanwegen Hollant was gegeven aen den prins ende ses personen, dat men vyer van dye ses hyel te zijn voor de trefves. Ick seyde wel wat van deputatie verstaen te hebben, maer niet met soo volle last als hij meende, oock niet te weten van de inclinatie. Hij meende oock, dat het officie van DuyckGa naar voetnoot2 wierd opgehouden om, naedat de meeste inclinatiën sullen zijn off voor off tegen de trefves, hetselve te geven aen een, dye hyer ofte daertoe meest genegen ende bequaem soude zijn. Comende in de discoursen van de groote lasten van Hollant, dye ick breedt uytmat, wist daerop te antwoorden alsoff hij al zijn leven in Gelderlant ofte Vrieslant hadde gewoont. Dit comt uyt de koocker van AurelianusGa naar voetnoot3, dye wel toont, dat de gemaeckte Hollanders veel verschillen van de geborenen ende een exempel moet zijn om niet meer sulcke sotternijen te doen. Wij spraecken oock van Orangie; hij meende de prins wel soude doen de fortificatiën te minderen om costen ende jalousie te ontgaen. Ick seyde, dat lichtelijck een favoryt gelijcke desseings soude nemen, gelijck LuinesGa naar voetnoot4 hadde gehadt, ende dat in sulcken gevalle de fortificatiën dyenden om tijdt te winnen 't welck dickmael veel was; dat de coning door de bastions geen ongelijck en conde geschieden. Ick recommandere uE. alle onse saecken ten hoochsten. Den XVI February XVIcXXXI. UE. gelieve mij te laeten weten, wat handeling op handen is nopende het kerckelijck te Niemmegen. Men seyt de infanteGa naar voetnoot5 hyer doot ende dat WallesteynGa naar voetnoot6 het leger in Nederlant comt gebieden. De executie van de paix in Italië gaet zeer wel voort ende werdt daeraen niet getwijffelt. Eenige sprecken hyer, dat HauteriveGa naar voetnoot7 sal zijn ambassadeur te Bruissel. Ick en meen niet, dat hij zijn regiment daerom soude willen quiteren. | |
Adres: Mijnheer, Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant In 's Gravenhage. In dorso met andere hand: Den 16 febr. 1631. |
|