Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1572. 1631 januari 3. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot2.Mijnheer, Dese mael heb ick van uE. niet gehadt, 't zij door de banqueroutte van FerijnGa naar voetnoot3, aen denwelcke de brieven plagen geaddresseert te werden, 't zij door de bruyloft van BijlandGa naar voetnoot4. | |
Ick wensche wel eens claer te zyen in de saecken van NumerianusGa naar voetnoot1 ende van dye bij de MaesGa naar voetnoot2 om eens soo op mijn huysvrouws reys als op het beleydt van mijne saecken te mogen letten. Uyt Londen heb ick brieven van den VII Dec. haeres stijls, medebrengende: Quinto Decembris finita concione promulgata fuit inter Hispanum Anglumque reges cupita multis, sed invisa pluribus pax. Hodie solemni iuramento sancient conditiones rexGa naar voetnoot3 et legatusGa naar voetnoot4, quem ex sacello digressum epulo superbissimo et digno regia luxu exceperunt rex et reginaGa naar voetnoot5, famulante accumbentibus tota procerum manu. Fama est redditurum PalatinoGa naar voetnoot6 HispanumGa naar voetnoot7 urbes, arces et oppida, quae praesidiis suis tenet adlaboraturumque, ut CaesarGa naar voetnoot8 et BavarusGa naar voetnoot9 partibus suis cedant. Sed prudentibus subolet οὐδὲν ὑγιές. Interim in Belgas hic intumescit odium et, ni fallor, classis apparatus, quae libertate maris et quod vindicant piscandi iure illos exuat. Sed ea res nisi conditionibus comparatur, haud facile armis transigetur. Hyer blijft het hoff in eenen doen; nae de uyterlijcke reconciliatie comt de coninginne-moederGa naar voetnoot10 mede in den raedt. ToirasGa naar voetnoot11 gaet nae Italië om 't gunt aen de paix resteert te executeren. Evenwel wil men, dat ons volck gelove, dat dye paix niet vast ende werdt. Monsr d'HauteriveGa naar voetnoot12, als extra-ordinaire afgesonden om de tresves te beletten, tot welcken eynde men oock wenscht ende hoopt te vorderen den man van 18 ofte van 13 stemmenGa naar voetnoot13. Men geeft uyt, dat NeeffGa naar voetnoot14 het oorlogh wil. DefiatGa naar voetnoot15 is mede mareschal, VendosmeGa naar voetnoot16 losgelaeten met last om binnen acht dagen uyt het rijck te vertrecken. De zijnen seggen, dat hij, omdat de pest in Italië is, meent nae Hollant te gaen, misschyen oock nae Sweden. De heer van LangeracGa naar voetnoot17 heeft dese dagen audientie gehadt bij den coninghGa naar voetnoot18, dye magnifyc was. Bij den cardinaelGa naar voetnoot19 quam hij ter bestemder (ti)jdt, maer wierd met excuse ongehoort thuys gesonden. Men spreeckt van twee millioenen gereedt aen ons landt te geven pour faire bonne bouche. Apparentelijck sal men daerin wil- | |
len reckenen het achterstel van het tractaet van CompiègneGa naar voetnoot1, de reys van HautainGa naar voetnoot2, etc. JulienGa naar voetnoot3, consul van Orangie, comt ons bijwijlen besoecken ende saegh garen de amnestie van het gepasseerde. Dan dye daer nu zijn, sullen best weten, hoe de saecken daer staen ende hoe dye gehandelt moeten werden. Mij dunckt, dat ick claer zy(e), dat de brieff van Genève ende SwitsersGa naar voetnoot4 is gevordert ten deele door beleyt van AnthemiusGa naar voetnoot5 ende hulp van hyer. Mij dunckt niet vremdt en waer, dat de Edelen van VolusianusGa naar voetnoot6, een persoon, dye haer wel dyende, recommandeerde aen GallusGa naar voetnoot7 in GallienusGa naar voetnoot8 plaets. Sij hebben interest, alsoo 't haeren raedt is nequis invitus obtrudatur. UE. werdt gebeden op alles wel te letten ende punctuelijck te adviseren. Den III Januarij XVIcXXXI. Wenschende uE. ende de vrunden dit jaer geluckigh.
De dienaers van den hertogh van MantuaGa naar voetnoot9 twijffelen niet aen de volle ex[e]cutie van de paix.
Den ambassadeur van SpaignieGa naar voetnoot10 is aengeseit ..... bij ......... gonel (?) van Vianen ................ te letten ....... in s.le.mel.Ga naar voetnoot11.
De jesuyten in Engelant hebben een boeck uitgegevenGa naar voetnoot12, 't welck hier overgeset sijnde, alle de bisschoppen onstelt, sustinerende het boeck, dat de ordre van bisschoppen in de kerck niet noodigh en is, maer dat alleen wel ende beter can bestelt werden door de religieux, dit is een puriteinschap in de R. Kerck. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raed in den Hoogen Raide in Holland. in 's Gravenhage. port. In dorso schreef Reigersberch: broeder de Groot, den 3 Janu, 1631 wt Paris Verder met andere hand: Willebeek. |
|