Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1560. 1630 november 22. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot11.Mijnheere, De paix in Italië is wel geteyckent geweest, maer werdt geseyt weder los te zijn, alsoo de Franchoysen pretext genomen hebbende, 't zij nae de waerheyt ofte anders, dat de Montferrains correspondentie hadden met de Spaignaerden door | |
eenige, dye daer binnen waeren zijnde mede Franchoysen, doch onder de gedaente van Montferrains zijn ingelaeten tot IIII regimenten, waeronder is het regiment van de broeder van den hertogh van BouillonGa naar voetnoot1. Men seyt de Spaignaerden weder daervoor zijn gecomen, maer sonder apparentie van yet uyt te rechten, zijnde de plaetse nu van vivres ende volck verzyen, dewelcke zij te voren, doe dye groot gebreck had, niet en hebben connen becomen. De guarde des seauxGa naar voetnoot2, dye afgestelt is, is nu zyeck te Caen. Sterft hij, daer sal van gesproocken werden, alsoo hij bij zijne vijanden bewaert werdt. De cardinaelGa naar voetnoot3 seyt, datter brieven zijn van hem - men doet daerbij oock van de reine-mèreGa naar voetnoot4 - aen den hertogh van SavoyeGa naar voetnoot5 hem animerende om goed te houden, 't welck als verraedt werdt geduyt. 't Is seecker, dat de reine-mère gewenscht heeft haer dochter te salveren zijnde zeer genegen tot de grootheyt van haere kinderen. De tijding, dat Rijnberck bij de onsen is met surprinse genomenGa naar voetnoot6, is hyer al over eenige dagen verstaen door een courier - soo men seyt - aen den coning gecomen. Is het waer, 't is goed voor 't landt ende eerlijck voor den prins van Orangie, maer nieuwe costen. De cardinael blijft in credyt. De reine-mère was eergisteren te St. Germain om den coning te sprecken, dan vond eerst bij hem de capitaine des guardesGa naar voetnoot7, swager van den cardinael, ende alsoo den coning merckte, dat zij dyen niet garen en sagh ende haer in een cabinet leyde, volg(d)e père SouffrainGa naar voetnoot8, conings byechtvader, dependent van den cardinael, soodat zij den coning niet alleen heeft connen sprecken. Sij en heeft den cardinael niet gezyen, is oock sonder te eeten vandair vertrocken. Den coning heeft hair zeer bedrogen, want alsoo zij te Lion al wilde uytbrecken, seyde den coning, dat men best [con] wachten, totdat men te Parijs soude zijn. Hyer zijnde ende de moeder seggende de insolentie van den cardinael niet langer te connen verdragen, seyde hij: doet dat ghij wilt. De prins van CondéGa naar voetnoot9 is gecontremandeert ende sal te hove niet comen, maer misschyen te Parijs voor eenige dagen. JulienGa naar voetnoot10, dye consul van Orangie is geweest, is bij ons geweest ende seyt, dat hij altijdt quaelijck is geweest met zijn broeder den advocatGa naar voetnoot11, wyens raed den heer van ValckenburghGa naar voetnoot12 in alles heeft gevolght. Meent zijne saecken bij mijnheer den prinsGa naar voetnoot13 wel te verdedigen. Lesende de historie van Borre nopende 's HertogenboschGa naar voetnoot14, vond ick, dat de | |
Staten [van] Utrecht zeer favorabel voor de burgemeesters van AmersfordGa naar voetnoot1 hebben geschreven. Dit moet ons courageren om te dencken, off daer yet te doen is [in] een saecke, dye immers beter is als dye. Soo niet, moet ick eens resolveren. Hyer en is niet te doen sonder t'eenemael Fransch te werden ende mij daer hebbende soude men de betaelinge ophouden om mij te mis te doen gaen. Vaert wel met de vrunden. Den XXII Novembris XVIcXXX UE. dyenaer | |
Dit advysse (?) soo datelijck becomende heb ick goed gevonden daerbij te vougenGa naar voetnoot2. | |
In dorso met andere hand geschreven, de woorden raedtsheer Reigersberch met derde hand, van Maria?: Aen mijnheer Mijnheer den raedtsheer Reigersberch in den Hage. port. |
|