Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1204. 1627 december 19. Van J. WtenbogaertGa naar voetnoot5.Mijn heer, Mijne brieven over zee leggen noch hier in de Maze sijnde onse schippers viermael te rugge gedreven. De wint schijnt nu goedt te worden, sullen sien, off het lucken wil. Middelertijdt ontfangen d'uwe van 27. November, geen andere. Van 't vertrecken van de Engelsche ende haer wedercomen in Engellandt hadden wij gehoort, ende daerbij, dat BuckingamGa naar voetnoot6 van den coninck wel onthaelt was. Ick verstae uyt den uwen, dat het stuck van de commercie slaept, ende (, als) het all voortginck, dat uE. siet, dat het meestedeel daer een schrick hebben van toelating van eenige nieuwe religie. - Sic lego, kan anders uwer E. letteren qualick bijeen brengen. - Is dat zoo, soo is dat stuck van ghene consideratie voor ons, het slape off waecke dan. Ende voor 't polityck kan ick niet vernemen, dat men daervan hyer grote apprehensie heeft. Hier zijn oock luyden, die all weder praten van secrete handeling van trefves, jae soo verre, dat sij seggen, dat Gr. H. van den BergueGa naar voetnoot7 hier verwacht wordt; dan ick gelooff het niet, ende en sie gheen apparentie. UE. mach wel seggen aen JustelGa naar voetnoot8, dattet noch gheen tijdt en is. 't En dunct mij niet, dat de saecken noch daer nae gebaeckent sijn. Is niet Justel autheur van die brieff van Savoye aen BretagneGa naar voetnoot9? Dat uE. wenscht | |
voor Rotterdam, Haerlem, Leyden respective, wenschen wij mede. In de eerste vresen wij meer te eerselen als te vorderen, in de ander 2 wordt men alle dage stijver. BroeckhovenGa naar voetnoot1 is nu borgemeester geworden ende sijn plaets in de Gecommitteerde Raden is tegen de tijdt wel voorsien. Borgemeester NieupoortGa naar voetnoot2 is borgemeester Nieupoort, meer niet. Wij vernemen daer gheen voordeel bij, off 't noch comen sal leert de tijdt. Wij en vernemen gheen naerder ontdeckingen van molitiën, maer wel de practijcken hier ende daer, die slaen opt gheen alreede gemolieert is. 't Is niet de reeckenmeester, maer d'oude borgemeesterGa naar voetnoot3, die dat schrift heeft gecommuniceert. Ick wenschte in uwer E. brieff te konnen perfectelick lesen, off het die van Bruyssel off Venyse sijn, die neffens Savoye ende LorraineGa naar voetnoot4 in het desseing tegen Vranckrijck souden hebben geparticipeert door het beleydt van den abbé de l'EscailleGa naar voetnoot5 ende MontaguGa naar voetnoot6. Wie is dese Escaille en wie Montagu? Sijnt Françoisen off andere? UE. schrijft van den cardinael BérulleGa naar voetnoot7, is dat die père Bérulle, generael van de pères de l'Oratoire? Is die cardinael geworden? Soude die yet doen tot den Nederlandtschen vrede? Men houdt hyer, dat de peys tusschen den Pool ende Swedois getroffen is, ende dat Deenmarcken sijn sal tegen den keyser. Ick heb schrijven gesien houdende, dat de Stenden van Deenmarcken een ander coninck wilden kiesen, te weten den SweedGa naar voetnoot8 off LeopoldumGa naar voetnoot9 off HolsteynGa naar voetnoot10, off den jongsten soon van DeenmarckenGa naar voetnoot11, want dat de 1ste sijn been gebroken hebbende int affspringen van een wagen wordt geseydt gestorven. Tilli is voor Staden, daer MorganGa naar voetnoot12 binnen is. Frederickstadt is verlost van d'uytheemsche soldaten. ReaelGa naar voetnoot13 wordt geseydt admirael te zijn. Is nae de Sond. De vroetschap is t'Amsterdam doorgaens goedt, maer borgemeesteren slap ende communiceren niet veel saecken met de vroetschap. BickersGa naar voetnoot14 absentie wordt beclaecht. De bailliou ClootsGa naar voetnoot15 | |
[pagina 214]
| |
Goude is van 't Hoff geabsolveert ende wordt gemainteneert, dat daer grote verslagenheyt maeckt, anders waren de saecken daer op een seer goede voet. Grote clachten sijn gedaen in den Hage over de Schoonhovensche Arminianen, als die op sijn Rotterdams ende Hoorns een schuer hebben toegemaect met predickstoel, stoelen, bancken, croonen; hadden de soldaten versocht om assistentie, die hadden geweygert buyten speciale last van den prins: die is hyerop aengesocht; commissarissen van den Hove sijn derwaerts om haer te informeren. D'uytcomst wordt verwacht. Die van Hoorn hebben haer oude packhuys weer ingenomen. Die van Alckmaer singen de psalmen voor ende nae overluydt. Peter Janssen SchagenGa naar voetnoot1 is daer nu bailliou (off ....) geworden. Men sal sien, off hij dat lijden sal. Binnen jaers sijn aldaer drie schouten gestorven, eenige wenschen, dat hij de 4de waer, dan ick gun hem sijn leven wel. Ick sal de groetenis op Loevesteyn doen. VictorGa naar voetnoot2 is niet wel, doet niet dan calculeren met grote pijn. Ick soude liever cijfferen. Sijn huysfrou leydt veel tijds aen de cholycke. Sijn soontken gaet oock doorgaens seer pijnlick. 'Tis te beclagen, dat dat verstant soo t'ondergehouden ende onbruyckbaer gemaect wordt door dit huys-cruys. Hij heeft begonnen ordinarie te leeren met grooten toeloop ende aengenaemheyt. VigilantiusGa naar voetnoot3 is te SalemGa naar voetnoot4. De schepen, die uE. had verstaen tot Rouen te zijn gearriveert, waren uyt Texel ende Zeelandt; die van hyer mosten wachten nae convoy, eer dat veerdich was, keerde de wint als d'ander over waeren. Daer is een opheff geweest van 't lieutenantschap generael van graef ErnstGa naar voetnoot5, maer schijnt geen voortganck te hebben. Jalousie ne manque point. De princesse gelegen van een jonge dochterGa naar voetnoot6. T'is nu dachvaert, daer is gheen point van beschrijving roerende 't kerckelicke. De predicanten evenwel draven dapper ende men meynt, datter noch wel een degelicke buye mocht wayen voor tlest. t'Amsterdam predicken niet dan tegen d'Arminianen ende de kercken regorgeren van volck. LydiusGa naar voetnoot7 tot Dordrecht, datter maer 8 suyver sijn van de 42 leden sijns classis, alle de reste willende accorderen met de remonstranten. SommelsdijckGa naar voetnoot8 met sijn vruntGa naar voetnoot9 bereyden hun tot de reyse derwaerts. Dat uE. daer een ooch int seyl houdt, bijsonder soo daer van eenich accoort gesproken wordt, sal seer goedt zijn, et curandum maximum, ne pax (haec) nobis bellum creet, quod magis metuendum, nisi putarem nos ab illa pace abesse quam longissime. De heeren Staten verseeckeren Geluckstadt. Men seydt van de Sond te verpanden aen Hollandt - andere seggen aen Amsterdam, 't welck verre soude sien - voor een | |
grote somme van penningen. 't Con sijn, dat Amsterdam de penningen verschieten sullen, indient soo is. Alii T.D. de his solidius instruere poterunt. Vale, mi Domine, et amare perge me T.D. studiosiss., J.M. | |
Dat van Polen ende Sweden schijnt noch niet vast te gaen. D'Arminianen nemen seer toe, oock ten plattenlande. Messis multa, pauci operariiGa naar voetnoot1. De commissarissen zijn noch tot Schoonhoven niet gegaen. 19 Decemb. 1627. | |
Adres: A Monsieur, Monsieur de Groot A Paris. In dorso schreef Grotius: 19 Dec. 1628 (!) Wtenb. |
|