Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1137. 1627 februari 27. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot7.Mon frère, Gelijck ick uE. dicmael voor desen heb geprotesteert, ons aenhouden om eens te weten, wat wij daer te wachten hebben en comt niet uyt eenige twijffeling nochte van de oprechticheyt van uE. affectie, daervan wij ontallijcke bewijsteeckenen hebben, nochte van de sinceriteyt van uE. advysen, in dewelcke wij geen onseeckerheyt en vinden anders als die comt door de onseeckerheyt van de tijden; maer dat ick becommert ben in een saecke, dye mijne familie ende posteriteyt soo hooch betreft, moet niemant vremdt duncken. De redenen, dye mij porren om eenig finale resolutie te nemen, can uE. uyt mijn voorgaende schrijvenGa naar voetnoot8 ende uyt de gelegentheyt der saecken genoech afnemen. Ick heb negen jaeren patientie gehadt, niet sonder veele wederwaerdicheyt, die ick lang versteecken heb op hoope van redres, maer heeft mij noyt soo zeer gedruckt dan sedert ick mij hyer veracht vinde, omdat C.Ga naar voetnoot9 mijne saecke niet en behartight dan met een crachteloose genegentheyt, daer ick dagelijcx hem ende zijne actiën heb voorgestaen, geen haet ontzyen, om de affectie tot het lant mij niet en heb willen verclaeren ten dienste van Vrancrijck, daer men mij versocht, al op hoope van daerdoor de verstorvene affectiën op te wecken. Can dat alles niet helpen ende moet ick noch lijden, ick en sal niet anders daerop seggen dan dat Godt sal oordeelen tusschen de verdruckten ende tusschen de verdruckers ende tusschen | |
denghenen, dye de verdruckte connende helpen niet genoech en willen, maer haer buyten houden, 't welck ick, toen daer questie was van een goede saecke voor te staen, noyt en heb gedaen. 't Langsaem veranderen der magistraten can ick niet verwachten. Mijne kinderen worden groot ende is van noode, dat wij wat meer daervoor doen als voor desen. Wat de saecken hyer belanght, ick heb uE. voor dese geadviseert, dat monsr. de RotelynGa naar voetnoot1 aen d'EspesseGa naar voetnoot2 sal succederen, maer ick mercke seeckerlijck, dat hij hem sal houden nae de tijdt en de sterckste helpen. Veele menen, dat de vrees voor de Engelschen sal beletten het desseing op Rochelle. Evenwel heeft Vrancrijck geen ongelijck haer wat stercker te maecken ter zee om te minder onderworpen te zijn de verachting van de nabuyren in dat stuck. De verificatie van het contract van LemoursGa naar voetnoot3 heeft gewacht nae het sluyten van de Assemblée des Notables, dye nu scheyt. De luyden, dye haer naem daerin hebben laeten gebruycken, zijn de bequaemste niet, maer bequaeme directeurs souden connen de saecke goed maecken ende mij is aengeboden acte van den coning van vrijheyt binnenshuys voor deghenen, dye hyer soude willen comen. Evenwel dit alles en geeft mij geen lust hyer te blijven, maer veeleer te dencken op een andre retraicte, daerop ick niet wel lange en can uytstellen yet te besluyten. UE. adviseert mij niet particulierlijck op den voorslagh van LuyckGa naar voetnoot4. StoutenburghGa naar voetnoot5 wordt in Brabant wel aengesyen ende wel getracteert. UE. heeft reden genoech om van neeff VosbergenGa naar voetnoot6 te dissideren. Ick sal verlangen te verstaen, wat discoursen hij houdt ende off dye accorderen met de voorgaende van CampaenGa naar voetnoot7. Ick bedancke zeer de heer B.Ga naar voetnoot8 van zijn goede advysen, soo door uE. als door van MedeGa naar voetnoot9 mij medegedeelt. Hij oordeelt wel, dat hyer geen vastigheyt en is. Vaert wel ende doet soo 't uE. gelieft. Onse gebiedenisse aen alle, dye niet quaed en zijn. Want goeden sijn daer weynigh is. Den XXVII Februarii XVIcXXVII. UE. dienstwillige ende zeer geobligeerde broeder
| |
De secretaris van monsr. d'EspesseGa naar voetnoot10 | |
[pagina 118]
| |
Ga naar voetnoot10 is hyer extraordinaris afgevaerdicht | |
uyt vrese van trefves. Den cardinaelGa naar voetnoot1 maeckt geen werck van d'Espesse. Hij wordt alleen gemaintineert om DefiatsGa naar voetnoot2 wil. | |
Adres: E. Erntfeste Hoochgeleerde Heere Mijn heer Mr. Nicolaes Reigersberg, raedt in den Hoogen Raidt in Holland. In 's Gravenhage. |
|