Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdLambertus van Maastrichtwas bisschop van deze stad in een woelige tijd, waarin ook bisschoppen niet zeker waren van hun zetel, en zelfs niet van hun leven. Geboren ca. 635 - men zegt te Maastricht - werd hij opgevoed en gevormd door zijn oom Theodard, een Frankische edelman, en een priester Landoald uit de omgeving van bisschop »Amandus. Lambertus' oom was een leerling van de heilige abt Remaclus, die rond 650 de abdij van Stavelot stichtte. Theodard, vanaf ca. 655/60 bisschop van Maastricht, werd, toen hij zich omstreeks 672 bij de Franken-koning Childerik ii wilde gaan beklagen over plunderingen in zijn bisdom door grootgrondbezitters en belastingambtenaren, op zijn reis naar het hof vermoord. Lambertus volgde hem op, maar moest al na drie jaar, toen de hofmeier Ebroïn de koning vermoord had, uitwijken naar de abdij van Stavelot, waar hij zeven jaar verbleef. Toen Pepijn ii van Herstal (»Begga) de rebel overwonnen had, kon Lambertus zijn zetel weer | |
[pagina 226]
| |
bezetten. Hij heeft in Brabant, wellicht in samenwerking met zijn jongere tijdgenoot »Willibrord, het christendom verkondigd en er kerken gesticht. In 705/06 werd hij te Luik bij de kapel, die hij ter gedachtenis aan zijn oom Theodard had laten bouwen, om het leven gebracht. De omstandigheden rond de aanslag zijn niet zeker. Sommige bronnen doen een vete vermoeden: nadat twee mannen zich aan het goed van de kerk hadden vergrepen, werden zij gedood door aanhangers van Lambertus, waarna de bloedverwant van de twee rovers, graaf Dodo, wraak op Lambertus nam. Andere, minder betrouwbare berichten uit 850-60 spreken van de woede van Pepijn, die door de bisschop wegens echtbreuk zou zijn terechtgewezen door aan Pepijns tafel te weigeren de beker met wijn te zegenen. Lambertus, die de dood zonder verzet onderging, werd spoedig als martelaar vereerd. Zijn lichaam bracht men naar Maastricht, waar het bij Sint Pieter begraven werd. De legende vertelt enkele anekdotes. Lambertus zou in zijn jeugd tijdens de liturgie eens bij gebreke van een wierookvat de gloeiende kolen die hij moest halen, in een doek op zijn hand aangedragen hebben. De abdis Landrada van Münsterbilsen (Belgisch Limburg), die de lerares van de heilige abdis van Susteren Amalberga was, zou hem zijn verschenen om hem haar dood en begraafplaats bekend te maken, en bij zijn dood zou een groot lichtend kruis aan de hemel verschenen zijn.
In 717/18 bracht zijn opvolger »Hubertus Lambertus' relieken met de bisschopszetel over naar Luik, waar men op de plaats van de aanslag met de bouw van een basiliek begonnen was. De Frankische adel vereerde Lambertus spoedig als heilige; en in de middeleeuwen bracht men hem in verband met het Karolingische vorstenhuis. Zijn cultus werd vooral verspreid vanuit het in macht stijgende bisdom Luik en vanuit Trier. Hij werd patroon van steden en kloosters, van lammen (zijn naam) en blinden en van een aantal gilden. Men riep hem aan tegen allerlei ziekten van mens en vee. Rond zijn feestdag op 17 september ontwikkelden zich verschillende volksgebruiken. De voorstellingen tonen bijna altijd een jonge man zonder baard in bisschopsgewaad met mijter, staf, rationale (versierd schouderstuk als teken van bisschoppelijke waardigheid; vgl. Ex. 28,6-30), boek, kruis, zwaard, pijl of lans (moordwapens), een kerkmodel (Brabantse kerkstichtingen) en een doek met vlammende kolen. Soms liggen gewapende mannetjes aan zijn voeten. De vroegste afbeeldingen van Lambertus zijn een Luiks bisschopszegel uit het einde van de 12e eeuw (toebehorend aan Rudolf van Zähringen; met rationale), een reliëf 1268 aan de reliekkast van de heilige Remaclus in de abdij van Stavelot (met rationale, mijter, kruis en zwaard), en een houten beeld ca. 1495 in de Kon. Musea voor Schone Kunsten te Brussel (zeer jeugdig, met rationale en rijk geplooid kazuifel). Moordwapens draagt hij op een triptiekvleugel ca. 1525 van Bruyn de Oudere (met lans) en op een reliëf aan een 18e-eeuws retabel in de kerk te Ellingen (Luxemburg). In de Sankt Lambert te Coesfeld staat een houten Lambertusbeeld ca. 1410 dat een kerkmodel draagt en in die te Affeln (Sauerland) een met de kolen in de hand (deel van een triptiek). De moordenaars komen voor op een anoniem schilderij 1641 in het Hôpital de Bavière te Luik en bij een beeld in de Lieve-Vrouwekerk te Hasselt. Het schilderij 1624 van Le Saive in de Sint Rombout te Mechelen stelt de bisschop voor als patroon van de zwaardvechters, met een harnas onder zijn koorkap en met laarzen aan en een zwaard in de hand. De best bewaarde, tiendelige cyclus vindt men op de sokkel van het zilveren buste-reliquiarium 1512 (Lambertus met mijter, staf en boek) in de Sint-Pauluskathedraal te Luik, vroeger toegeschreven aan Zutman, nu aan Van Reutlingen (van Aken). Daardoor werden ook de cycli beïnvloed aan een altaarretabel ca. 1510 in de Lambertuskirche te Af- | |
[pagina 227]
| |
feln en op een 16e-eeuws glasraam in de Luikse Martinus-kerk. Korte cycli zijn er op een schilderij ca. 1620 van de hand van Miel in de Santa Maria dell'Anima te Rome (dood en apotheose) en op vier reliëfs 1737 van Kerricx aan de preekstoel in de kerk te Heist-op-den-Berg. De dood van Lambertus komt al voor op miniaturen in het Passionale van Stuttgart ca. 1144 en op een 13e-eeuwse miniatuur in de Bibliothèque Nationale te Parijs, waarop een gekroonde Pepijn het bevel tot de moord geeft. Op barokke werken overheerst de heroïsche en triomfantelijke stemming: schilderijen van Van Loon in de kerk te Woluwe-Sint-Lambert ca. 1616, Saraceni 1610 in de genoemde kerk te Rome en van een anonymus ca. 1650 in de Sainte-Foye te Luik. De scène met de wierookkooltjes ziet men op een werk 1808, dat Van Huffel schilderde voor de Sint Baafs te Gent. Vitae werden geschreven door een anonymus uit Luik ca. 730, bisschop Stefanus van Luik (die ook een metrisch Vita liet maken) ca. 900, Anselmus van Luik ca. 1040, Sigibert van Gembloux ca. 1080 en Egidius van Orval ca. 1250. Clausz 1941; Mère 1955; Zender 1959. |
|