Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdAmandus van Maastricht,van origine een Aquitaanse edelman, was de eerste die na de volksverhuizing ca. 635 vanuit Rome als missionaris naar de bewoners van het gebied tussen Franken en Friezen werd gezonden. Tevoren was hij monnik geworden in het benedictijnerklooster te Oye bij La Rochelle (Charente-Maritime) en had hij vijftien jaar lang te Bourges als inclusus (in een afgesloten cel) geleefd. Tijdens een reis naar Rome werd hij aldaar tot bisschop gewijd. Volgens de (historisch onbetrouwbare) Vita (na 750), toegeschreven aan de monnik Baudemundus, had de apostel Petrus zelf hem tijdens een nachtwake in de Sint Pieter de opdracht tot missionering in Gallië gegeven. Rusteloos reizend preekte en doopte hij. Niet altijd even zachtzinnig: naar aanleiding van een doop onder dwang brak een opstand uit en moest hij vluchten, en hij verlegde een tijd lang zijn werkterrein naar Tirol en Kärnten. Teruggekeerd stichtte hij kloosters (te Gent en Elno bij Doornik) en kerken (onder meer te Antwerpen), die alle aan de heilige Petrus gewijd werden. Van de bisschopszetel van Tongeren, die hij in 647 in Maastricht bezet zou hebben, zag hij al na twee jaar af, om zich terug te trekken in Elno, waar hij in 679 stierf. Zijn bekendste leerling is Sint »Bavo.
Amandus, de ‘apostel van Vlaanderen en van de Belgen’, werd al vroeg zozeer vereerd, dat waarschijnlijk identificaties met twee andere bisschoppen met zijn naam (van Straatsburg en van Worms) het gevolg waren, waardoor de translatie van de relieken ca. 700 door Rupert van Salzburg naar diens bisschopsstad, | |
[pagina 31]
| |
waar ze vereerd worden, wellicht niet zijn gebeente betreft. Hij is patroon van bierbrouwers, wijnhandelaren en kasteleins en wordt afgebeeld in bisschoppelijk ornaat met een staf en een boek, soms met een kerkmodel of met een slang die hij met het kruisteken verdreven zou hebben. Amandus' feest valt op 6 februari. De oudste afbeelding is te vinden op een miniatuur met het auteursportret van Baudemundus in een handschrift ca. 1175 met diens Vita, waarop Amandus de schrijver dicteert. Een beeld uit de 14e eeuw toont de bisschop met de slang. Het staat in het museum te Lille, waarin zich ook een 16e-eeuws beeld bevindt dat hem zetelend met kerkmodel en met het spreekgebaar toont. In de tijd van de Contrareformatie werd Amandus in de Nederlanden naar voren geschoven als garant van het oude Roomse geloof, waaruit werken voortkwamen als de schildering 1610-11 op de buitenzijde van de linkervleugel van Rubens' ‘oprichting van het kruis’ voor de Walburgiskerk te Antwerpen, nu in de Mariakerk aldaar, en het beeld 1620/24 van Robert de Nole in de Sint Gummarus te Lier. Een 29 illustraties bevattend handschrift ca. 1140 met drie Vitae uit het scriptorium van de abdij Saint-Amand (Elno bij Doornik) bevindt zich in de Bibliothèque Publique te Valenciennes. De voet van een Maas-Moezellands reliquiarium, mogelijk van de hand van Hugo van Oignies uit het einde van de 13e eeuw, draagt een viertal verguld-koperen plaquettes met scènes uit Amandus' leven. De historisch niet aanwijsbare doop van Sigibert, een zoon van koning Dagobert, werd geschilderd door Jan van Cleve iii ca. 1700 voor de Niklaaskerk te Gent. Köning bracht op de gewelven van de Sankt Peter te Salzburg in 1747 de triomfantelijke translatie van het gebeente in beeld. De monnik Milo van Saint-Amand bewerkte in de tweede helft van de 9e eeuw de Vita van Baudemundus en schreef daarnaast een tweede Vita, nu in ritmische verzen. Het Leven van Sint Amand 1367 van de jonge monnik Gillis de We vel met zijn niet minder dan 12.450 overwegend moeizame dichtregels vormt het eindpunt van de bloei van de Middelnederlandse hagiografie. Van literaire betekenis is het gebed dat hij de stervende »Bavo laat bidden. Bouthemy 1940; Van Laar 1934; Réau 1942; Ross 1936. |
|