Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
(1992)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdBrandaan van Clonfertwas een Ierse monnik uit het graafschap Kerry en abt van Cluain-Ferta, die veel reisde en talloze kloosters stichtte. Misschien bezocht hij de grote »Columba van Hy in Schotland. Hij stierf ca. 580. Deze Brénaind moccu Altai (afstammeling van Alte), zo was zijn Ierse naam, werd beroemd door een 9e-eeuwse reisroman op zijn naam: Navigatio Sancti Brendani (en latere bewerkingen daarvan). Sinds de missionering van Ierland vanuit Rome door de heilige Palladius en »Patricius (4e eeuw) had zich daar op grond van speciale sociale verhoudingen een eigen kerktype ontwikkeld, dat gedomineerd werd door kloosters, centra van bestuur, cultuur en ascese. Een van de typische vormen van deze ascese was de peregrinatio (»Bonifatius); voor Ieren uiteraard over zee. Christelijke motieven - men denke aan Abraham die zijn land verliet, en aan Jezus die zelfs niets bezat om zijn hoofd op te leggen - zullen een rol hebben gespeeld, maar stellig ook de reis- en varenslust van eilandbewoners. Het laatste blijkt uit verhalen met zeereizen, de oudste al uit ca. 700, met berichten over fantastische eilanden en hun bewoners, soms kluizenaars, vaak monsters, verwant aan de fauna uit de antieke Physiologus (2e-3e eeuw). Een christelijke variant op deze ‘immrama’ is de genoemde La- | |
[pagina 82]
| |
tijnse Navigatio, misschien te Trier of in Ierland zelf geschreven: aangestoken door het verhaal van een monnik Barrindus over een paradijselijk eiland, dat God beloofd heeft aan alle heiligen en waar zijn zegsman dichtbij was geweest, ging Brandaan met veertien monniken scheep om het te zoeken. Terwijl zij elk jaar op vier eilanden de grote kerkelijke feesten vierden, bereikten zij het na zeven jaar van - letterlijk - rondzwerven op zee.
Brandaan en zijn monniken geland op een viseiland, pentekening uit de Krumauer Bilderkodex, 1355-60. Österreichische Nationalbibliothek. Wenen. Het schip van Brandaan en zijn monniken loopt vast op een eiland.
De monniken gaan aan land en brengen er de nacht in de open lucht door. Brandaan blijft aan boord. Als de monniken 's morgens een vuur aanleggen om vlees te braden begint het eiland te bewegen. Het blijkt een grote vis te zijn. Met behulp van Brandaan bereiken zij veilig het schip. Daarbij beleven zij wonderlijke avonturen, zoals de landing op een eiland dat een vis blijkt te zijn of de ontmoeting met een zeemeermin. Van drie onvoorzien meegenomen varensgezellen sterft er een na een zonde, die vergeven wordt; een bereikt de zaligheid; de laatste komt in de hel.
Er zijn van het, in wezen diepzinnige, reisbericht van Sinte Brandaan met talloze verborgen connotaties, drie groepen varianten die alle teruggaan op een verloren gegaan, | |
[pagina 83]
| |
van de Navigatio in strekking verschillend, Duits gedicht ca. 1150. Uit de tweede groep - de eerste is onbelangrijk - zijn van belang het Heidelbergse handschrift van een 15e-eeuwse prozabewerking vanwege de gekleurde pentekeningen, en de oudste druk van het gedicht (1476 bij Anton Sorg in Augsburg) met herdrukken elders, voorzien van houtsneden. De derde groep wordt gevormd door twee Middelnederlandse gedichten: Van Sente Brandane en Boec van Sente Brandaen, beide uit de 12e eeuw. Het grote verschil tussen de Navigatio en de 12e-eeuwse bewerking is, dat in de laatste Brandaans reis een straf is voor zijn ongeloof in Gods werk in deze wereld; in de eerste een uiting van zijn geloof. Brandaan verhoedt brand en beschermt ook alle ambachtslieden die met vuur te maken hebben, smeden, bakkers en bierbrouwers. Zijn feestdag is 16 mei. Brandaan werd echter ook afgebeeld samen met »Nicolaas, de beschermer van de schippers (16e-eeuws glasraam in het klooster Onze Lieve Vrouwe ter Potterie te Brugge). Zijn verering en dus ook zijn afbeeldingen vindt men langs de noordelijke kusten (wellicht zijn ‘Brandenburg’ en ‘Brandaris’ afgeleid van zijn naam): uit de 16e eeuw in kerken te Eixen en Zierzov (in de voormalige ddr), te Plévin (Bretagne) en uit de 15e eeuw te Lübeck; en in de Nederlanden met een brandhaak (schilderij van Van Meunincksnoone 17e eeuw in het genoemde klooster te Brugge). In de Sint Jan te 's-Hertogenbosch werd hij op een muurschildering ca. 1450 afgebeeld als bisschop zittend in vol ornaat met brandhaak en brandende huizen. Naast de cycli in de genoemde handschriften is er een uitvoerige cyclus met korte bijschriften op de laatste zestien folia van de Krumauer Bilderkodex 14e eeuw (Österreichische Nationalbibliothek in Wenen). De Navigatio werd in 1949 nagedicht door Aafjes samen met Maartje Draak. ‘Studio Laren’ (in het pand ‘Brandaan’ te Amsterdam) voerde in 1982 een muziektheaterproduktie uit onder de naam De reis van Sinte Brandaan. Gerritsen 1986; Schreiber 1956; Selmer 1959. |
|