Van Andreas tot Zacheüs. Thema's uit het Nieuwe Testament en de apocriefe literatuur in religie en kunsten
(1997)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 230]
| |
Nikodemus van Jeruzalemwas een Farizeeïsche schriftgeleerde en lid van de joodse Hoge Raad, het Sanhedrin (synedrion). Tijdens een nachtelijk gesprek legde hij zijn eerste contact met Jezus (Joh. 3,1-21). Toen op het loofhuttenfeest in Jeruzalem onder de joodse leiders de eerste tegenstand tegen Jezus ontstond en men hem gevangen wilde nemen, pleitte Nikodemus voor een correcte behandeling (7,40-52). Met »Jozef van Arimatea zorgde hij na Jezus' dood voor een passende begrafenis, waarvoor hij een grote hoeveelheid balsem meebracht (19,39-42). Het apocriefe Evangelie van Nikodemus vertelt over zijn inmenging in de procesgang bij het verhoor van Jezus voor zijn vriend »Pontius Pilatus, waarbij hij het voor Jezus opneemt, en over zijn pogingen het Sanhedrin te overtuigen van de realiteit van Jezus' verrijzenis. Later zou hij met Jozef van Arimatea de gemeente van Lydda hebben gesticht. Legenden verhalen van zijn doop, zijn verwantschap met Gamaliël (»Paulus), zijn hulp bij de begrafenis van »Stefanus en zijn eigen martelaarschap.
Het Evangelie van Nikodemus draagt ten onrechte zijn naam; het is een 5e-eeuwse compilatie van oudere geschriften (»Jozef van Arimatea). In het nachtelijk gesprek met Jezus komt Nikodemus naar voren als een geleerde jood, wiens bereidheid om Jezus' aspiraties en ideeën te aanvaarden afgeremd wordt door rationele probleemstellingen. Zijn gebeente zou volgens de Legenda Aurea, die zich beroept op Gennadius' De viris illustribus (Over beroemde mannen) ca. 475, met dat van »Stefanus, Gamaliël en diens zoon Abibo in 415 in Kaphar Gamal bij Jeruzalem door een priester Lucianus op aanwijzingen van Gamaliël, die aan hem verschenen was, teruggevonden zijn. Op voorstellingen is Nikodemus van Jozef van Arimatea te onderscheiden door zijn jeugdiger uiterlijk, zijn donkere baard en vaak door zijn plaats aan Jezus' voeten. Wordt Nikodemus, bij uitzondering, alleen afgebeeld, dan draagt hij als attribuut de spijkers van Jezus' kruis: reliëf 1178 van Benedetto Antelami aan de dom te Parma, beeld in de kerk van Plumélion in de Morbihan in Normandië en een bronzen reliëf met de graflegging ca. 1580-85 van Pilon. Daarom werd hij de patroon van de smeden. Een lokale legende te Lucca meent te weten dat een Palestijns kruisbeeld dat vanaf 742 in de stad vereerd werd, door Nikodemus gesneden zou zijn en dat hij daarin resten van Jezus' bloed en de doornenkroon zou hebben geborgen. De beroemde ‘volto santo’, die in de kathedraal te Lucca bewaard wordt, moet van dit verloren gegane kruisbeeld een 13e-eeuwse kopie zijn. Kopieën van dit laatste beeld - niet meer begrepen, want de gekruisigde draagt een lange tuniek tot aan de voeten - waren weer aanleiding tot het ontstaan van een nieuwe legende: van een gekruisigde martelares, Sint Ontkommer. Uit een reeks opschriften bij verloren gegane afbeeldingen in de dom van Mainz, overgeleverd door de monnik Ekkehard van Sankt Gallen uit de 11e eeuw, blijkt dat er een scène was waarop het gesprek van Nikodemus met Jezus voorgesteld werd. Het oudste bewaard gebleven voorbeeld daarvan vindt men op een miniatuur in een Grieks evangelie-handschrift ca. 1075, een illustratie bij de Johannes-tekst. In de nieuwe tijd was het thema van het gesprek met Nikodemus een tijdlang gewild. Gewezen kan worden op schilderijen van Tintoretto ca. 1560, Rubens ca. 1611-13, Jordaens ca. 1668 (beide Kon. Musea voor Schone Kunsten te Brussel), uit de omgeving van Honthorst ca. 1625 en Troger ca. 1750 en op een van de 17e-eeuwse houtintarsiën aan de preekstoel in de Notre-Dame-des-Blancs-Manteaux te Parijs (gesprek in een enorme, barokke zaal). Rembrandt maakte in 1632 een schilderij dat verloren ging, en wellicht in dezelfde periode een tekening (Museum Boymans-Van Beuningen te Rotterdam). Ook kwam het tafereel voor | |
[pagina 231]
| |
als bijbelillustratie: Lieven de Witte in het rijk geïllustreerde boek Dat Leven ons Heeren 1537 van Willem van Branteghem, waar een grote brandende kaars op het nachtelijk uur wijst, en in de Merianbibel 1630. Later kozen de boeren-schilder Thoma 1878 en de vernieuwer van religieuze themata Von Uhde 1896 het als onderwerp voor hun schilderijen. Op de afbeeldingen van de kruisafneming trekt Nikodemus op miniaturen uit de 9e eeuw de spijkers uit Jezus' voeten, terwijl Jozef van Arimatea het lichaam opvangt: in het Evangeliarium ca. 875 in de Bibliothèque Municipale te Angers en nog op een paneel ca. 1390 van het Berswoldt-altaar in de Marienkirche te Dortmund. Ook op ikonen had Nikodemus vanaf de 12e eeuw deze taak: Byzantijns ikoon eind 13e eeuw en ikoon uit Novgorod ca. 1500. Later helpt hij het lichaam, dat hij meestal aan de voeten tilt, neerleggen: paneel van Rogier van der Weyden ca. 1440. De Meester van de Figdor-kruisafneming liet Nikodemus samen met Jozef het lichaam van het kruis afnemen (Haarlem ca. 1500; verloren gegaan). Over de plaats en identificatie van Nikodemus (en van Jozef) op de ‘kruisafnemingen’ van Rubens 1611/12 en Rembrandt 1633 zou men van mening kunnen verschillen: de traditie van beider plaats of fysionomie was waarschijnlijk niet meer bepalend. Op een iconografisch traditionele gouache uit 1941 van Chagall heeft Nikodemus wel weer zijn vaste plaats. Ook op de afbeeldingen van de bewening van de gestorven Jezus (een uitgebreide ‘pietà’) en de graflegging herkent men Nikodemus aan zijn plaats: aan Jezus' voeten (medaillon aan een 13e-eeuws wegkruis te Burs in Gotland, Zweden, en op Rembrandts doek uit 1636-39) of aan zijn wat jeugdiger leeftijd dan die van zijn vriend Jozef (altaarvleugel eind 15e eeuw van Geertgen tot Sint Jans in het Kunsthistorisches Museum te Wenen). Op de graflegging ca. 1487 van de hand van de Meester van de Virgo Inter Virgines is de determinatie van Jozef en Nikodemus echter wederom lastig. Een 14e-eeuwse predella van Bernardo Daddi en een paneel ca. 1470 aan het Stefanus-altaar van Michael Pacher tonen de legende van het terugvinden van de lichamen van Stefanus en de groep rondom hem, onder wie Nikodemus. Gamaliël, in priestergewaad verschenen aan Lucianus, ziet men op miniaturen in het Passionale van Stuttgart ca. 1125 en in het Martyrologium van Zwiefalten ca. 1140. |
|