Van Andreas tot Zacheüs. Thema's uit het Nieuwe Testament en de apocriefe literatuur in religie en kunsten
(1997)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdMichaël,de eerste en de hoogste van de aartsengelen, komt in het Oude Testament alleen voor bij Daniël (10,13 en 21; 12,1), waar hij ‘vorst’ genoemd wordt en optreedt als hemelse beschermer van Israël tegen bedreigende, aardse machthebbers. In veel joodse apocriefe geschriften leest men uitgebreide details over zijn status en functies, onder meer die van hemelse sleutelbewaarder en ‘archistratègos’, opperste hemelse generaal. Deze rol speelt hij ook in het Nieuwe Testament, waarin hij in de eindtijd met succes het hemelse leger aanvoert in de strijd tegen de Draak en zijn engelen (Apoc. 12,7-12). Een joodse legende, waarvan een echo in de nieuwtestamentische Judasbrief (Jud. 9), weet van een strijd tussen de duivel en Michaël om het bezit van Mozes' lichaam na diens dood. Zijn naam betekent ‘wie is als God’.
In de vroegchristelijke periode groeiden nieuwe opvattingen over Michaëls macht en kwaliteiten: hemelse voorspreker en beschermer van de christenen. Vanaf een apocrief geschrift dat de naam Visio Pauli draagt (een op naam van Paulus gestelde, Egyptische Apocalyps uit ca. 245; Grieks ca. 385; Latijn ca. 500 of later), is Michaël als een verchristelijkte god Hermes de ‘psychèpompos’ (zielebegeleider) van de gestorvenen naar de hemel, waarvan hij ook de bewaker is. Als ‘praepositus paradisi’ (hemelse stadhouder) - zoals een ten onrechte aan Melito van Sardes toegeschreven, 5e-eeuws apocrief geschrift Hè kiomèsis tès theotokou (De ontslaping van de moeder Gods) hem noemt - beslist hij over de toelating of niet van de zielen van de gestorvenen in de hemel. In die functie beeldt men hem vanaf de 12e eeuw af als zieleweger die, rivaliserend met de »duivel, met een weegschaal in de hand goede en slechte daden van de mens afweegt. Het thema zou terug kunnen gaan op voorstellingen en ideeën uit de Egyptische ‘Dodenboeken’. De legende van de strijd van Michaël tegen een hoge engel die in de oertijd tegen God in opstand komt, komt pas vanaf de 6e eeuw voor in commentaren op Apoc. 12,7 (»Lucifer). Volgens een oosterse legende wilden heidenen de al vanaf de 4e eeuw aan Michaël toegewijde kerk in Chonai (Phrygië) en de bedienende monnik Archippos treffen door de loop van een nabij gelegen rivier te verleggen. Michaël zou toen met zijn staf een gat in de rotsen gestoten hebben, waardoor het water verdween. De Legenda Aurea vertelt, met commentaren, uitvoerig over verschijningen van Michaël. Bij die verschijningen wees de engel op wonderbaarlijke wijze plaatsen aan waar hij wilde dat men ter ere van hem kerken zou bouwen. Aldus op de | |
[pagina 228]
| |
berg Gargano (het latere Monte Sant' Angelo in Apulië aan de Golf van Manfredonia) en een berg Tumba (Mont-Saint-Michel) bij de stad Aprica aan de zee, waar hij tevens een zwangere vrouw uit de golven redde. Ook zou de aartsengel met getrokken zwaard tijdens een pestepidemie in Rome in 590 op het Mausoleum van Hadrianus (gebouwd 135-39) aan de Tiber aan bisschop Gregorius de Grote verschenen zijn. Door zijn zwaard in de schede te steken maakte hij een eind aan de plaag. Het mausoleum heette voortaan Castel Sant' Angelo (altijd verkeerd in het meervoud vertaald: Engelenburcht). Keizer Constantijn stichtte begin 4e eeuw aan de Bosporus al een Michaelion, waarin zieken, naar het voorbeeld van de antieke tempelslaap (incubatio) in de heiligdommen van Asklepios, genezing kwamen zoeken. Vanuit het Oosten verbreidde de verering van Michaël zich in het Westen vanaf het bericht van zijn verschijning op de Gargano (492). Voor Michaël richtte men graag op bergen en bij de zee heiligdommen op, zoals in diezelfde tijd op het eilandje Saint Michael voor de Engelse westkust. Een veelbezocht bedevaartsoord was vanaf het begin van de 8e eeuw de abdij Mont-Saint-Michel aan de Normandische kust, waar men Michaël aanriep ter bescherming tegen schipbreuk. Een 10e-eeuws kerkje op de berg die bij vloed in zee ligt, groeide tussen 1023 en 1228 uit tot een groot en fraai kloostercomplex. Vanaf Karel de Grote was de aartsengel beschermer van het keizerrijk, en sinds de Napoleontische oorlogen tot op de dag van vandaag stellen conservatieve en reactionaire katholieke bewegingen zich onder zijn bescherming. In de Romeinse liturgie voor de overledenen wordt de ‘signifer’ (banierdrager) Michaël gevraagd de gestorvenen door de duisternis naar het licht te begeleiden (offertorium van Allerzielen). Zijn feestdagen vallen op 8 mei (verschijning op de Gargano) en 29 september (kerkwijding aldaar). Michaël werd aanvankelijk afgebeeld - gevleugeld - als de eerste van de goddelijke boden, waarbij hij in tuniek en pallium is gekleed en staf en kosmosglobe draagt (Byzantijns ivoor begin 6e eeuw) of als hemelse hofbeambte in tuniek en chlamys met de hemelse standaard (absismozaïek ca. 549 in de Sant' Apollinare in Classe te Ravenna; samen met Gabriël). In de middeleeuwen overheerste zijn kwaliteit als hemelbewaker: nu eens als aanvoerder van het hemelse leger (van het reliëf ca. 1250 in de dom van Bamberg tot aan Pieter Bruegel de Oudere met zijn paneel met de val van de engelen 1562 in de Kon. Musea voor Schone Kunsten te Brussel), of als bestrijder van de draak als representant van de duivel of het kwaad (ikoon 15e eeuw te Sint-Petersburg; vaak aan kerkgevels zoals te Saint-Gilles ca. 1130 of aan de San Michele te Lucca ca. 1143; kapiteel aan de jubee in de kerk van Serrabone (Pyrénées-Orientales) houtsnede van Dürer in de grote Apocalyps van 1498), dan weer als de zieleweger die alle boosheid uit de hemel weert. In de laatste kwaliteit kwam Michaël of alleen voor (ikoon begin 14e eeuw in Museo Civico te Pisa, paneel ca. 1375 in Museo Civico te Padua, of Meester hl uit Breisach op de binnenzijde van het linker zijluik van het hoogaltaar 1525-30 in de kerk van Niederrottweil, Breisgau) of in het monumentale schema van het Laatste Oordeel, waarop hij tot in de 15e eeuw zelden ontbreekt (12e-eeuwse boogvelden te Conques, Autun, Bourges; in de 13e eeuw te Amiens en aan de San Pellegrino te Bominaco en vooral bij Rogier van der Weyden op het middenluik van het altaar 1446-48 in het Hôtel Dieu te Beaune). In de nieuwe tijd - vaak in contrareformatorische, triomfalistische ‘setting’ - overheerste een vloed aan uitbeeldingen van de strijd tegen de opstandige engelen, waarbij de aartsengel, meestal in harnas gekleed en omringd door zijn getrouwen, »Lucifer en de zijnen neersabelt; onder vele voorbeelden het altaarstuk 1554 van Frans Floris i voor het Schermersgilde in de Mariakerk te Antwerpen (nu in het Kon. Museum aldaar), het schilderij ca. 1585 van Giordano in de kerk | |
[pagina 229]
| |
Meester van Soriguerola, De aartsengel Michaël als zieleweger, 13e-eeuws paneel van het beschilderde altaar uit Soriguerola in het dal van de Ribes (Catalonië). Museo Arquiepiscopal, Vich.
van het Escorial bij Madrid en veel fresco's in Italiaanse en andere kerken, zoals van Innocenza da Imola ca. 1520 in de San Michele in Bosco te Bologna, van Nappi ca. 1600 in de Santa Maria dell' Umiltà te Rome en van Faistenberger in de kerk van Jochberg in Tirol. Daarbij werd overigens de middeleeuwse voorstelling van Michaël als solitaire bestrijder van de draak nooit vergeten: bronzen beelden ca. 1590 van Gerhard en Frey aan Sustris' gevel van de Sankt Michael te München en - in een profaner omgeving - van Reichel 1603/05 aan het Zeughaus te Augsburg, en een schilderij 1625/26 van Zurbarán. Actuele betekenis kreeg de bronzen Michaël uit 1955-57 van Epstein: aan de façade van de kathedraal van Coventry, na de verwoesting in de Tweede Wereldoorlog herbouwd, overwint en vertrapt hij een demon. Michaëls grote daden in het Oude Testament zijn in niëllotechniek afgebeeld aan de Byzantijnse bronzen deuren 1076 van Monte Sant' Angelo (Monfredonia). Het wonder van Chonae is uitgebeeld op miniaturen ca. 980 in het Menologium (gebedenboek) van koning Bulgaroktonos ii en op 14e-eeuwse ikonen, bewaard te Jeruzalem en Belgrado; het wonder van Monte Gargano op fresco's uit de 13e eeuw in de Santa Maria del Parto in Sutri en op een vroeg-14e-eeuws fresco in de Santa Croce te Florence, en het Romeinse wonder van de pest op een 15e-eeuws fresco in de San Pietro in Vincoli te Rome. In de 12e eeuw dichtte de Byzantijnse kroniekschrijver en keizerlijk secretaris Niketas Chomiates een groot loflied op Michaël en Gabriël en schreef aartsdiaken Pantaleon De sancto Michaele Archangelo, een collectie wonderverhalen over beide aartsengelen. Michaël treedt vaak op in middeleeuwse mysteriespelen (Weltgericht- en Frohleichnamspiele) en in het spoor daarvan in het 16e- en 17e-eeuwse schooldrama, zoals de Triumph des heiligen Michaels ca. 1500 van de benedictijnse abt Trithemius en een gelijknamig jezuïëtendrama in 1597 opgevoerd te München. Kretzenbacher 1958; Rosenberg 1986. |
|