Verzameld werk. Deel 1
(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
II[Het was een uitzicht slechts: mijn eigen cel,] (aant.)
Het was een uitzicht slechts: mijn eigen cel,
Schoon van háar licht en aardes weerglans hel,
Sloot strak rondom mijn zelf haar stenen kring.
Tot éens een kracht van af keer mij beving,
En bevend van begerigheid naar strijd
Heb ik mijn ziel uit de enge cel bevrijd.
|
|