Verzameld werk. Deel 1
(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 185]
| |
Bede (aant.)Leven, geef vreugd of verdriet,
Nimmer de geurloze stilte,
De bleke, gesluierde kilte
Die de diepe ontroeringen vliedt.
Beter het wegende leed
Dat zwaar op mijn voorhoofd zou drukken,
Mijn lijf van weedom doen bukken,
Dan een dag die kleurloos vergleed.
Nimmer de slepende klank
Uit de armoe van dralende monden,
Nimmer de ledige stonden,
Nimmer een dag zonder dank.
Leven, in blijdschap of smart,
Dring met uw drift in mijn leven,
Niets hebt gij, niets mij te geven
Dan een kloppend, onstuimig hart.
|
|