Verzameld werk. Deel 1
(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 183]
| |
Middag (aant.)De wereld wijd om het bos
En mijn lichaam dicht aan de grond,
Mijn hoofd gebed in het mos,
De halm van een kruid in mijn mond,
De luwe lente in de lucht,
In de dennen dat brons, dat goud,
Bij pozen 't verpereld gerucht
Van de vogels zingend in 't hout;
Als de wind de takken bewoog
Blank licht dat de bladeren doorzijgt, -
En naar de eindeloze hemel omhoog
Uit de stilte een stem die stijgt.
Middag, dat lied op de wind,
Mijn liefde, de schoonheid die 'k zie,
Wat heb ik uw rijkdom bemind:
Drie dromen in één melodie!
|
|