Verzameld werk. Deel 1
(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 163]
| |
IV Uitzichten | |
[pagina 164]
| |
[De kimmen gloeien] (aant.)
DE kimmen gloeien
Aan 't groen verschiet:
Uw lach zal bloeien,
O twijfel niet!
Eén vast geloven,
Ach, laat geen vrees
De dankstem doven,
Die 't leven prees.
De morgens schijnen
Zo goud en wijd,
De nachten deinen
Zo dauw-bereid, -
De wei, de wereld,
De blanke vloed,
Het glanst en perelt,
Het sprankt zo zoet!
Geen dralend peinzen
Aan vroeger leed
Kan 't licht doen deinzen,
Dat tot ons gleed.
Want die nooit schreiden
Om smart of pijn,
Kan geen verblijden
Zó hoopvol zijn.
| |
[pagina 165]
| |
O hoor de bloemen
Aan onze voet
De rijkdom roemen
Van glans en gloed.
Zie, de einders gloeien
Aan 't groen verschiet:
Uw lach zal bloeien,
O twijfel niet!
|
|