Verzameld werk. Deel 1
(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 89]
| |
[Daar glanst geen vreugde in 't dovend avondrood,] (aant.)...My restless spirit never could endure
DAAR glanst geen vreugde in 't dovend avondrood,
Daar dwaalt de dood van dromen die bekoorden,
En 't reutelen van een zwaar doorweende nood
Om 't heet verdriet dier dromen die ver gloorden.
En ik, bedroefd, treed langs de dorre boorden
Van den ontglansden en verzanden stroom, -
En peins 't geheim der vreemde en stille woorden:
‘Een hoop bóven de schaduw van een droom.’
|
|