Verzameld werk. Deel 1
(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
Carmen perpetuum tenebrarum (aant.)En de avond daalt, de dag kan niet meer blijven,
Een korte tijd, dan zal ook de avond kwijnen,
De schemering zal traag voorbij mij drijven,
De nacht zal stil en langzaam naderdeinen.
Daarna: geen maan, geen sterren zullen blinken,
Er zal maar wind door dorre bomen snikken,
Er zal maar regen druppel-deunend zinken
En zingen 't Lied der Duistere Ogenblikken.
De wind zal schrijnend langs de ramen schuren...
Ik zal gelijk de wind maar klagen, snikken...
Die druppel-deun zal 't venster zacht betikken...
Ook ik zing 't Lied der Duistere Ogenblikken...
Ik zing het Lied der Duistere Ogenblikken, -
Dit droevig lied, dat altijd door zal duren.
|
|