Verzameld werk. Deel 1
(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 25]
| |
Naar de Avond (aant.)Het regent, regent langzaam... Grauwe zomerregen,
Waarom de starre lucht zo wolkzwaar-strak bevracht?
De wind is week en zoel, de druppels vallen zacht,
Mijn stille tred gaat traag langs glanzend-natte wegen.
Waarom de starre lucht zo wolkzwaar-strak bevracht?
Mijn hart is droef, daar zoveel druppels nederzegen...
Mijn stille tred gaat traag langs glanzend-natte wegen
En moede mort in mij een dorre en doffe klacht.
Mijn hart is droef, daar zóveel druppels nederzegen,
Ach, dat ik nu, helaas, geen blijdschap meer verwacht,
En moede mort in mij een dorre en doffe klacht,
Daar de effen uren van al vrede en vreugde zwegen.
Ach, dat ik nu, helaas, geen blijdschap meer verwacht,
Daar de effen uren van al vrede en vreugde zwegen...
De wind is week en zoel, - ik ga de schemer tegen,
En hoop nog op de donkere en dromenrijke nacht.
|
|