Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdchronologische vertelwijzeVertelwijze waarbij de verteller chronologisch te werk gaat, d.w.z. zijn verhaal bij een bepaald punt in de tijd laat beginnen en vertelt tot een bepaald eindpunt in de tijd bereikt is. Binnen de chronologische vertelwijze kan wel vooruitwijzing (anticipatie-1) of terugverwijzing (retroversie of flashback) optreden, mits die de tijdsvolgorde van de gebeurtenissen voor de lezer maar niet al te opvallend verstoren, bijv. doordat ze tot een zelfstandig verhaaldeel uitgroeien. Waar de grenzen daarbij precies liggen ten opzichte van de niet-chronologische vertelwijze (anachronie) wordt uit de literatuur over dit onderwerp niet duidelijk. Gewoonlijk wijst men dan op grotere verhaaleenheden die afwijken van de chronologie. Bij een natuurlijk chronologisch verloop van een vertelde geschiedenis spreekt men ook wel van ordo naturalis. Een goed voorbeeld van een chronologisch vertelde roman is W.F. Hermans’ De donkere kamer van Damocles (1958), waarin retroversie uitzondering is en anticipaties slechts verhuld gegeven worden. Lit: E. Lämmert, Bauformen des Erzählens (19756) G. Genette, Tijdsaspecten in de roman (1979) L. Hermans & B. Vervaeck, ‘Tijd’ in Vertelduivels: handboek verhaalanalyse (2001), p. 66-73.
|
|