Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdflashbackEtym: Eng. flash = flits; back = terug Verteltechniek die ook aangeduid kan worden als terugverwijzing, terugblik, retroversie (Lat. retro-versus = achterwaarts gekeerd) of analepsis (Gr. het terug opnemen). Het is een techniek die het chronologische verloop van een verhaal (toneelstuk, film, etc.) doorbreekt door het inlassen van stukjes verleden. Vandaar ook: de ingelaste episode uit het verleden zelf. Het betreft m.a.w. een afwijking van de chronologie in de vertelwijze (anachronie) door terug te gaan in de tijd en de lezer of toeschouwer iets mee te delen wat reeds eerder heeft plaatsgevonden. Retroversie kan gebruikt worden om de lezer inzicht te verschaffen in het nu van het vertelde. In het laatste hoofdstuk van Opwaaiende zomerjurken (1979) van Oek de Jong wordt bij herhaling verwezen naar het eerste hoofdstuk waarin de kinderjaren van de hoofdpersoon beschreven worden. Deze terugverwijzingen dienen mede als verklaring voor de reacties van de hoofdpersoon in dat laatste hoofdstuk. Bovendien kan het ontbreken van elementen uit het verleden, die dan later als terugblik gegeven worden, bijdragen aan de spanning van het verhaal. Op deze wijze onthult Couperus in Van de oude menschen de dingen die voorbij gaan (1906) bij stukjes en beetjes in retroversie de toedracht van de moord van Takma en Ottilie, zestig jaar geleden in Indië. De precieze functie van een flashback kan echter niet a priori worden aangegeven. Immers, de manier waarop de schrijver het verleden oproept, kan sterk verschillen: bodeverhaal, bericht door een alwetende verteller dan wel door een minder betrouwbare vertelinstantie, gesprek, herinnering-in-gedachten, brief, dromen, enz. De uitvoerigheid waarmee stukjes verleden in het nu-moment van de geschiedenis worden ingelast, bepaalt mede of we ze als echte retroversie dan wel als momentane herinnering binnen het handelingsverloop ervaren. Bij dit alles is het ook belangrijk te weten of de flashback een subjectief karakter heeft (bijv. een eventueel onjuiste of onvolledige herinnering door een personage) dan wel een objectief karakter (de episode uit het verleden wordt als waarheid aangereikt). In de dramatheorie spreekt men bij handelingsaspecten met een terugverwijzend karakter van retrospectief aspect. Lit: Lämmert, Bauformen des Erzählens (1955) G. Genette, Tijdsaspecten in de roman (1979, Fr. 1972) G. Genette, Fiction et diction (1991).
|
|