Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdround characterEtym: Eng. zo volledig mogelijk gekarakteriseerd personage. Figuur of personage in een literair werk dat in tegenstelling tot een type of flat character min of meer uitvoerig gekarakteriseerd wordt. Het gaat daarbij vooral om de psychologische karaktertekening en de karakterontwikkeling die zo’n personage doormaakt in de loop van de beschreven geschiedenis. De beschrijving van het personage (actant, acteur) geschiedt doorgaans van binnenuit. Meestal worden alleen hoofdpersonages op deze wijze beschreven, terwijl bijfiguren flat characters blijven. Niet alle hoofdfiguren zijn echter round characters, omdat het gebruik daarvan tijd- en vaak ook genregebonden is, vgl. bijv. de personages in de 17de- en 18de-eeuwse klucht met die uit de tragedie uit dezelfde tijd of met personages uit het moderne blijspel. De grenzen tussen round- en flat character zijn niet altijd scherp te trekken, maar wel valt te constateren dat met de opkomst van de psychologie round characters in de literatuur een grotere plaats gaan innemen. Goede voorbeelden van round characters zijn Mathilde in Een liefde (1887) van L. van Deyssel en Frits van Egters in De avonden (1947) van S. van het Reve. Lit: E.M. Forster, Aspects of the novel (1927, repr. 2005) E. Muir, The structure of the novel (196710) K.D. Beekman & J. Fontijn, ‘Romanfiguren’ in Spektator 1 (1971-1972) 7/8, p. 406-414 M. Janssens, Tachtig jaar na Tachtig. De evolutie van het personage in de Nederlandse verhaalkunst van Couperus tot Michiels (19794) A. van Assche (red.), Karakters en personages in de literatuur (1989) J.Ph. Miraux, Le personnage de roman: genèse, continuité, rupture (1997) P. Glaudes & Y. Reuter, Le personnage (1998).
|
|