Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdmotto-1Etym: It. motto = geestig gezegde, zinspreuk. Spreuk (zinspreuk-1) of korte tekst die boven een andere tekst wordt geplaatst en daarvan duidelijk onderscheiden is door wijze van afdrukken. Het is vaak een citaat uit bekende werken (Bijbel, klassieke literatuur, e.d.) al dan niet met bronvermelding. Motto’s hebben doorgaans een specifieke relatie met de tekst waar ze bij horen (intertekstualiteit), bijv. een ondersteuning of toespeling op de inhoud van de tekst die volgt. Motto’s kunnen bovendien aangeven tot welke schrijverstraditie de gebruikers ervan wensen te behoren en ze verraden iets van de literatuuropvatting van de auteur. Maar daarnaast zou men het motto als wegwijzer kunnen beschouwen, nl. als een aanwijzing voor de lezer over de manier waarop de erop volgende tekst gelezen dient te worden. Voorbeelden zijn Ter Braaks variatie op Voltaires ‘Tous les genres sont ennuyeux, hors le bon’, voorafgaand aan diens Démasqué der schoonheid (1932) en Mulisch’ Achterberg-citaat ‘Symbolen worden tot cymbalen in de ure des doods’ in Archibald Strohalm (1952). Lit: R. Böhm, Das Motto in der englischen Literatur des 19. Jahrhunderts (1975) K. Segermann, Das Motto in der Lyrik (1976) K. Beekman, ‘Het motto in de moderne Nederlandse literatuur’ in Spektator 15 (1985-1986), p. 330-347 A. de Vos, ‘De motto’s in Tijdkrans: een analyse’ in Gezelliana 5 (1993), p. 30-57.
|