Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdkitschEtym: Zuid-Duits kitschen = modder samenvegen; mogelijk met verwijzing naar het Engelse sketch in de zin van ‘goedkoop schilderwerkje’. Term uit de literaire kritiek voor die soort teksten die zich als kunst voordoen maar die een zich respecterend criticus doorgaans niet zal willen bespreken vanwege de vermeende inferieure literaire kwaliteit ervan (bijvoorbeeld met betrekking tot ‘onechte gevoelens’ die in het werk zouden worden geventileerd). Een normatieve houding van de criticus is hier dominant. Een neutraler aanduiding voor deze categorie schijnkunst die als ‘goedkoop’ product op een groot publiek is afgestemd, is semi-literatuur. Kitsch kan men een structurele leugen noemen (Eco); het gaat immers om boodschappen die pretenderen kunst te zijn, maar die in feite op al te voorspelbare wijze voldoen aan gekende codes van sociale en artistieke conventies en zo slechts commerciële collages zijn van herkenbaar artistiek prestige. In het algemeen wordt met de term ‘kitsch’ dan ook op een groot publiek afgestemde pseudokunst bedoeld. Het feit dat deze teksten geen erkenning vinden als kunstwerk (vgl. canon-1), delen ze met menig werk dat behoort tot de groepen jeugdboeken, stichtelijke romans, godsdienstige verhalen en gedichten, patriottische liederen, streekromans, sagen en andere volksverhalen, feuilletonliteratuur, damesbladverhalen, misdaadromans, oorlogsromans en pornografie. Het gaat bij kitsch in veel gevallen om specimina van de zogenaamde triviaalliteratuur (populaire literatuur, massaliteratuur, consumptieliteratuur, subliteratuur, paraliteratuur). Hierbij echter speelt de normatieve houding van de criticus een minder dominante rol dan bij kitsch zoals boven omschreven, omdat het primair gaat om een typologische onderscheiding aangebracht op grond van de receptie van dit soort teksten bij het publiek. In de praktijk blijkt het bij kitsch vaak om teksten te gaan die inhoudelijk weinig diepgang hebben en in technisch opzicht (vorm) weinig voorstellen. Zo ziet men dat de kasteel-, dokters- en verpleegstersroman in series als de Boeketreeks allemaal volgens eenzelfde simpel procédé zijn geschreven - interviews met auteurs bevestigen dit - zodat vernieuwing ver te zoeken is en voorspelbaarheid troef. Kortom: authenticiteit en originaliteit ontbreken - althans, zo oordeelt menig criticus. De waardering ervan is echter aan tijd en smaak gebonden. Vroeger als kitsch bestempelde werken kunnen nadien als ‘echte’ kunst gewaardeerd worden; dit was bij voorbeeld het geval met heel wat producten uit de Jugendstil. Men kan de verhouding tussen semi-literatuur en literatuur-als-kunst op twee manieren zien. De ene mogelijkheid is dat semi-literatuur de rol wordt toegekend van veroorzaker van echte literatuur, zoals het geval is met de opkomst van de roman omstreeks 1700. Anderzijds kan, precies contrair, de semi-literatuur als (afval)product gezien worden van de artistieke literatuur (men denke aan een subtiele vertelvorm als de monologue intérieur), zodat men te maken heeft met ‘gesunkenes Kulturgut’. Lit: M. Calinescu, Faces of modernity (1977), p. 223-262 J. Schulte-Sasse (red.), Literarischer Kitsch (1979) G. Grunebaum, Bücher die keine sind: Kunst und Kitsch im Buchgestalt (1988) B. Suyckerbuyck (red.), De troeven van Kitsch: subversie en conventie van renaissance tot postmodernisme: papers from the first international congress on kitch and camp (1989) # Kitsch special, themanummer van Raster (1989) G. Füller, Kitsch-Art: wie Kitsch zur Kunst wird (1992) M.S. Laurense, Literaire intolerantie: een onderzoek naar het hoe en waarom van het verschil tussen ‘echte’ en ‘triviale’ literatuur (1993) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 4 (1998), kol. 950-958 W. Braungart (red.), Kitsch. Faszination und Herausforderung des Banalen und Trivialen (2002).
|