Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdkalligramEtym: Gr. kalos = mooi; gramma = letter. Aanduiding voor een tekst die, als vorm van concrete poëzie, in zijn typografische voorstelling de zaak uitbeeldt waar het woord naar verwijst (iconiciteit). De term wordt vooral gereserveerd voor de figuratieve gedichten van G. Apollinaire, opgenomen in zijn bundel Calligrammes (1918), bijv. ‘La mandoline, l’oeillet et le bambou’. Apollinaire zelf sprak ook van lyrische ideogrammen. Bij uitbreiding wordt de term ook gebruikt om verwante types van visuele poëzie aan te duiden, bijv. van Paul van Ostaijen of Paul de Vree. Zo schrijft P. van Ostaijen het woord ‘zeppelin’ in de vorm van een zeppelin (VW Poëzie, dl. 2, 1979, p. 63), en het verschijnsel ‘kralen van de rozenkrans’ beeldt hij aldus uit: p In deze betekenis is kalligram bij velen synoniem met figuurgedicht. In ruimere zin duidt kalligram op dat type tekst dat op één of andere wijze opvalt door zijn grafische vormgeving. Men denke hier bijv. aan de handgeschreven, in diverse kleuren uitgevoerde, verzen en strofen uit De feesten van angst en pijn van P. van Ostaijen (VW Poëzie, dl. 1, 1979, p. 155-257). Zie ook altaargedicht. Lit: J.G. Lapacherie, ‘Ecriture et lecture du calligramme’ in Poétique (1982) p. 194-205 G. Longree, L'expérience idéo-calligrammatique d’Apollinaire (1984) W. Bohn, The aesthetics of visual poetry 1914-1928 (1986) D. & N. Bilous, ‘Lire le calligramme’ in Protée (1986) J. Peignot, Typoésie (1994) S. Neef, Kalligramme. Zur Medialität einer Schrift: anhand von Paul van Ostaijens feesten van angst en pijn (2000) U. Schorneck, Calligrammes. Figurentexte in der abendländischen Literatur, besonders im 19. und 20. Jahrhundert (2001) W. Bohn, Reading Apollinaire's calligrammes (2019).
|
|