Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdictusEtym: Lat. ictus = stoot, slag, maatslag, maat. Term uit de prosodie voor het hoofdaccent in het heffingsvers of in het metrische (metrum) vers. Zo kan men in de tweede regel van de eerste strofe van het gedicht ‘Satyr en Christofoor’ van Nijhoff op grond van de oppositie tussen de betekenis van de woorden ‘water’ en ‘land’ aan twee van de drie beklemtoonde syllaben (‘wa’, ‘dan’ en ‘land’) een extra nadruk geven (namelijk ‘wa’ en ‘land’), aldus (cursivering van ons): Ach, Christofoor, vertrouwder Sommigen hanteren de term als synoniem van accent-1; anderen reserveren de aanduiding voor de heffingsplaats in metrische poëzie. Daar in het Latijn de beklemtoning eigenlijk een verwaarloosbare rol speelt, wordt de z.g. ictus (dreun van 'Árma virúmque canó') door het gros van de specialisten volstrekt afgewezen als zijnde een moderne uitvinding die allerminst correspondeert met de antieke uitspraak. In de Latijnse versificatie van de oudheid zou alleen de afwisseling van lange en korte lettergrepen een rol gespeeld hebben, waarbij je zonder accenten te plaatsen, als het ware een metronoom volgend, de afwisseling van lang en kort zou moeten laten spelen. Geen metrum- of voetaccenten dus. Het proza-accent der woorden zou behouden gebleven zijn en willekeurig zijn in de verzen zelf.
|
|