Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Algemeen letterkundig lexicon (2012-....)

Informatie terzijde

Titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon
Afbeelding van Algemeen letterkundig lexiconToon afbeelding van titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (5.97 MB)

Lexicon van de poëzie (8.51 MB)

Lexicon van de retorica (3.19 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (6.00 MB)

Lexicon van literaire genres (18.94 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (22.09 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (4.89 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (23.36 MB)

XML (11.77 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

epode-1

Etym: Gr. ep-ōidè = bij gezang, bijgezongen versregel(s); vandaar ook volgende strofe, slotstrofe, slotzang.

Term uit de versleer voor een korte jambische (jambe) versregel, gewoonlijk een dimeter, volgend op een langere regel, gewoonlijk een (jambische) trimeter.

Een voorbeeld van dit type vindt men in het gedicht ‘Gedachten’ (1692) van J. Pluimer, waarin het metrum van een jambische viervoet gevolgd wordt door een korte regel van twee jamben:

Indien / de tyd / geen droef/heid sleet,
'K verging / in 't leet;
Maar wyl / de tyd / de droef/heid slyt
Raak ik / ze kwyt:
En tyd / en droef/heid 't gaat / al heen,
Gelyk / 't verscheen:
Als 't eind / maar vro/lyk wee/zen zal,
Dan hebbe / ik 't al.
(G. Komrij, De Nederlandse poëzie van de 17de en 18de eeuw in 1000 en enige gedichten, 1986, p. 661)

De term ‘epode’ wordt vervolgens ook gebruikt voor een gehele strofe of een geheel gedicht in jambische maat. Archilochus was er de uitvinder van (zie ook archilochische versmaat) en het genre werd door Horatius in zijn Epoden, die hij zelf Iambi noemde, ingevoerd in de Latijnse poëzie.

Lit: L.C. Watson, A commentary on Horace's Epodes (2003) • M. Lowrie, Horace: Odes and epodes (2009) • F. Cairns, Roman lyric: collected papers on Catullus and Horace (2012).

epizeuxis zie epanalepsis epode-2
thematisch veld:

Versleer
Versmaten en versregels

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken