Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddithyrambeEtym: Gr. dithurambos = bijnaam van Bacchus; vandaar lied ter ere van Bacchus, hoogdravend. In de Griekse literatuur (o.a. bij Pindarus) een extatisch loflied (lofdicht) op de wijngod Dionysus, bijgenaamd Dithyrambus. Dit loflied zong men aanvankelijk steeds in een beurtzang met zang en tegenzang (strofe - antistrofe-1); later werd het vrij van structuur en metrum. Toen ook andere goden en helden in een dergelijk loflied bezongen werden, was de dithyrambe nog nauwelijks te onderscheiden van de hymne. Deze dichtvorm duikt opnieuw op in de Duitse literatuur van de 18de eeuw, o.a. in Goethes Wanderers Sturmlied. In de Nederlandse letterkunde kan genoemd worden de rooms-katholieke hymne ‘Dithyrambe op het Allerheiligste’ van C. Broere (1803-1860). In deze en andere gevallen uit de moderne letterkunde spreekt men al van dithyrambe wanneer het gaat om een ‘hartstochtelijke ode vol dichterlijke verrukking’ (Ter Laan). Lit: K. ter Laan, Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid (1952) A.W. Pickard-Cambridge, Dithyramb tragedy and comedy (1962) B. Zimmerman, Dithyrambus: Geschichte einer Gattung (1992).
|
|