Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdchant royalEtym: Fr. koninklijk lied. Strakke dichtvorm bestaande uit vijf elfregelige strofen met rijmschema ababccddede, gevolgd door een vaak allegorische (allegorie), slotstrofe (envoi) van vijf versregels rijmend met de vijf laatste versregels van de voorgaande strofen. Het laatste vers wordt telkens herhaald als refrein-1. Deze ingewikkelde strofevorm, ontstaan uit de grande ballade-2, werd vooral gebruikt door auteurs als Eustache Deschamps (1346-1407) en Jean Marot (1463-1526). Bijv. ‘Le Remède de Fortune’ van G. Machaut (1300-1377). Lit: J. Roubaud (red.), La ballade et le chant royal (1998).
|
|