Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdabusioEtym: Lat. ab = weg; usus = gebruik; vandaar gebruik van een woord in oneigenlijke zin. In strikte zin een vorm van figuurlijk taalgebruik, als stijlfiguur of betekenisfiguur vallend onder de tropen (troop-1), bestaande uit een (schijnbaar) onlogische toepassing van beeldspraak, omdat het beeld aanvankelijk niet gevoeld wordt en een beeld gebruikt wordt in een situatie waarin het normale (letterlijke) taalgebruik, de consuetudo, geen woord voorhanden heeft. Later kan zo'n woord inburgeren en zelfs tot cliché-1 worden. Zo is het woord ‘benen’ uit de ‘benen van de passer’ het geëigende woord voor iets wat niet door een letterlijke aanduiding in de vorm van één enkel woord is te vervangen en alleen maar omschreven kan worden in meer termen zoals ‘beide gepaarde delen’. Abusio als onlogisch gebruik van beeldspraak (bij gebrek aan iets anders) kan een komisch effect hebben: ‘blind van angst kroop hij door het oog van de naald’. In dit laatste geval leidt de beeldspraak tot bombast. De abusio vindt men ook bij moderne dichters. Zo schrijft Achterberg in ‘Thebe’: uw handen, die ik niet kon tillen Het beeld van het ‘slaande’ leven, in de laatste regel, is vreemd. Men kan de volgende redenering opzetten. Er is een ik-figuur die gestreeld wordt en van wie gezegd wordt dat hij het leven in zich voelt slaan. Een mogelijke lezersassociatie is die van ‘leven’ met ‘hart’. Van dat hart kan - volgens de bekende uitdrukking - gezegd worden dat het ‘slaat’. Maakt de lezer deze verschuiving, dan kan hij ‘slaat’ vertalen in een parafrase, luidend: ‘Ik voelde uw handen strelend langs mij gaan, zodanig dat mijn hart, symbool van het leven, ervan sloeg (klopte)’. In dit geval werkt de onduidelijkheid van de beeldspraak suggestief, doordat het het associatievermogen van de lezer activeert. Half redenerend, half associërend komt hij er dan wel uit. De aldus aangebrachte verschuiving is vergelijkbaar met datgene wat de taalgebruiker doet ten aanzien van de metonymia; ook daar is geen gelijkenis tussen beeld en verbeelde, maar een anderssoortige betrekking. Door een ontbrekende schakel in te voegen, krijgt men de voorstelling rond. Hetzelfde gebeurt bij de vorm van abusio in het citaat uit ‘Thebe’. In ruimere zin is abusio, als synoniem van catachrese, ook wel gebruikt als aanduiding van figuurlijk woordgebruik in het algemeen, dikwijls met een negatieve waardering van ‘slecht gebruikt’ (Gr. kata-chraomai = een slecht gebruik maken van). Lit: A.D. Leeman & A.C. Braet, Klassieke retorica (1987) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 4 (1998), kol. 911-912 (s.v. katachrese).
|