Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdsprooksprekerEtym: Middelned. sprookspreker = (verhaal)verteller, voordrager. Contemporaine Middelnederlandse benaming voor een rondreizend voordrager (soms ook schrijver) van relatief korte teksten (sproke). De bekendste (sprook)spreker (ook 'seggher') uit de Middelnederlandse literatuur is meester Willem van Hildegaersberch, wiens carrière tussen 1383 en 1408 gedateerd kan worden. Bekend zijn verder ook Augustijnken, Jan Dille en Jan Bot.
Een sprookspreker (de staande man met de korte groene mantel) bij het tweede huwelijk van Albrecht van Beieren in de Haagse ridderzaal op een schoolplaat van Isings. [bron: D. Hogenelst & F. van Oostrom, Handgeschreven wereld (1995), p. 35].
Lit: T. Meder, Sprookspreker in Holland. Leven en werken van Willem van Hildegaersberch (ca. 1400) (1991) D. Hogenelst, Sproken en sprekers. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke, 2 dln (1997) F. van Oostrom, Wereld in woorden: Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1300-1400 (2013), p. 402-420 # R. Sleiderink, 'Sprookspreker Jan Bot, heraut Gelre en het ontstaan van de Korte Kroniek van Holland' in Spiegel der Letteren, 58, 3 (2016), p. 323-350.
|