Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdpatronageEtym: Fr. patronage = beschermheerschap < Lat. patronus = beschermheer. Bescherming van kunsten en wetenschappen door gezag en autoriteit zonder financiële bijdragen zoals dat met het mecenaat het geval is. Een auteur die in zijn werk enigszins afwijkende opvattingen wil uitdragen, kan zich tevoren verzekeren van de steun van een erkende autoriteit op het desbetreffende terrein, hetgeen zijn publicatiemogelijkheden kan vergroten en hem kan beschermen tegen kritiek of zelfs censuur. Een dergelijk patronage zal de auteur in een voorwoord of opdracht niet onvermeld laten. In 1604 bijvoorbeeld draagt Wallich Sywaertsz zijn Roomsche mysterien op aan Jacobus Arminius uit dankbaarheid voor ‘U.E. goede affectie, hartelijck mede dooghen ende Pastorale sorghe’ die hij had ervaren toen zijn vrouw kwam te overlijden: Daerbenevens aen U.E. ootmoedelijc versoekende, dit mijn slecht onghestileert Opusculum, teghens alle Iniurien, Calumnien en quade opspraecken die het onderworpen sal zijn, te willen Patrocineren: aenghesien U.E. [...] bevinden sal, dat van mij daerinne niet voortgebracht en is, twelc teghens de ghesonde Leere, teghens de Historische waerheyt, ende Politique eerbaerheyt is strijdende. Het patronage moet onderscheiden worden van het verwerven van privilege of approbatie (approbatur), een procedure die de aanvrager gewoonlijk geld kost. Lit: P.J. Verkruijsse, ‘Het boekenmecenaat in de zeventiende eeuw’ in Cultuur en economie, themanummer De Zeventiende Eeuw 6 (1990), p. 137-143 S. Stegeman, Patronage en dienstverlening. Het netwerk van Theodorus Janssonius van Almeloveen (1657-1712) in de Republiek der Letteren (1996).
|
|