Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdnota-2Etym: Lat. nota = teken. Begrip uit de codicologie en de paleografie voor de marginalia die sommige lezers in de marge van handschriften en gedrukte boeken aanbrachten (gebruikssporen) om passages die ze herkenden vanuit de literaire traditie en die ze belangrijk vonden of die hen om andere redenen aanspraken, te markeren. Deze notae konden allerlei vormen aannemen: het al dan niet afgekorte woordje nota, lijnen in de marge, handjes, een wijzend figuurtje, diertjes enz. Het is mogelijk dat al bij de productie van een handschrift door de rubricator (rubricatie) notatekens werden aangebracht bij belangrijke passages. In het Haagse Die Rose-handschrift kan dat het geval zijn geweest; hier staan namelijk nette, in rood en blauw uitgevoerde handjes en halffiguren, en slordige, kennelijk door gebruikers snel aangebrachte nota's, lijnen, bloemmotiefjes e.d. door elkaar.
''Alle Deese cleen titeltje moeten met cursiv gedrukt worden'' luidt de nota (rechtsboven) voor de zetter (1682). [bron: W.Gs Hellinga, 'Kopij en druk in de Nederlanden' (1962), p. *118]
Lit: D.E. van der Poel, ‘Moderne en middeleeuwse lezers van de “Roman van de Roos”’ in J. Reynaert e.a., Wat is wijsheid? Lekenethiek in de Middelnederlandse letterkunde (1994), p. 101-115.
|