Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdbriefgedichtEen meestal fictieve brief in versvorm, ook wel rijmbrief genoemd, gewoonlijk – in tegenstelling tot de normale brief – bestemd voor publicatie of in ieder geval voor een ruimer publiek. Het briefgedicht kende veel succes in de Romeinse oudheid (Horatius, Ovidius, Lucilius), minder in de renaissance, maar het bloeide weer op in de barok. Meestal kwam het echter niet voor als een apart genre, maar als raam voor andere literaire uitingen zoals de satire (Lucilius), de elegie (Ovidius, Epistulae ex Ponto) of het leerdicht (Horatius, Ars poetica). Bekend is de rijmbrief die P.C. Hooft in 1600 vanuit Florence schreef ‘Aen de Camer In Liefd' Bloeyende’ te Amsterdam (P.C. Hooft, Gedichten, ed. Stoett, dl. 1, 1899, p. 5-10). Latere briefgedichten zijn van o.a. Voltaire, Keats en in Nederland Simon Vinkenoog, Gerrit Kouwenaar en Remco Campert (Brieven in beeld, 1976, p. 146-153). Zie ook heroïde. Een bloemlezing briefgedichten werd samengesteld door H. Heeren en Chr. Matthijse in En verder is hier alles prachtig (1993). Lit: M.A. Schenkeveld-van der Dussen, 'Schrijven voor vrienden; lezen over de schouder' in W. van den Berg & J. Stouten (red.), Het woord aan de lezer: zeven literatuurhistorische verkenningen (1987), p. 110-126 E. van Altena (red.), Op een pad van briefpapier ... (1993) J.P. Chauveau, L'épitre en vers au XVIIe siècle (1993) S. Tonolo, Divertissement et profondeur: l' épitre en vers et la société mondaine en France de Tristan à Boileau (2005).
|
|