Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdars moriendiEtym: Lat. kunst van het sterven. Laatmiddeleeuwse devote literatuur die haar naam dankt aan het vroeg-15de-eeuwse traktaat De arte moriendi van Johannes Gerson. De teneur van dit sterfboek luidt: wie godvruchtig leeft, sterft zacht. Gersons werk werd nagevolgd door Jacob van Clusa in De arte bene moriendi en door Mattheus van Krakau in Speculum artis bene moriendi, maar het genre maakte furore dankzij het verschijnen van het anonieme blokboek Ars moriendi, dat zijn populariteit vooral aan de sprekende houtsneden dankte. Deze morbide materie is ook in het Middelnederlands vertaald, bijv. Een scone leeringe om salich te sterven (1500, ed. B. de Geus e.a., 1985). Thema's die met deze kunst van het sterven samenhangen zijn het vado mori ('ik ga sterven'), vanitas ('alles is ijdelheid'), het memento mori ('gedenk te sterven') evenals het meer filosofische ubi sunt? ('waar zijn onze voorouders gebleven?').
Titelpagina van een sterfboek uit 1491. [bron: H. Pleij, Het gevleugelde woord (2007), p. 214].
Lit: D.C. Tinbergen (ed.), Des coninx summe (1900), p. 160-165, 315-327 A.F.S. Burssens, Dat boeck vander voirsienicheit godes (1930), p. 51-70 R. Rudolf, Ars Moriendi. Von der Kunst des heilsamen Lebens und Sterbens (1957) E.J.G. Lips, ‘Om alle menschen wel te leren sterven. Een onderzoek naar het publiek en de receptie van Nederlandstalige Ars moriendi-teksten in de vijftiende en vroege zestiende eeuw’ in Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis 66 (1986), p. 148-179 C. Coppens, Een Ars Moriendi met etsen van Romeyn de Hooghe. Verhaal van een boekillustratie (1995) U. Wuttke, Im Desseits das Jenseits bereiten: Eschatologie, Laienbildung und Zeitkritik bei den mittelniederländischen Autoren Jan van Boendale, Lodewijk van Velthem und Jan van Leeuwen (2016).
|